Martinus Nijhoff - De moeder de vrouw (1934)
Ik ging naar Bommel om de brug te zien A
Ik zag de nieuwe brug. Twee overzijden B
die elkaar vroeger schenen te vermijden, B
worden weer buren. Een minuut of tien A
dat ik daar lag, in 't gras, mijn thee gedronken, C
mijn hoofd vol van het landschap, wijd en zijd - D
laat mij daar midden uit oneindigheid D
een stem vernemen dat mijn oren klonken C
Het was een vrouw. Het schip dat zij bevoer E
kwam langzaam stroomaf door de brug gevaren.F
Zij was alleen aan dek, zij stond bij 't roer E
eb wat zij zong hoorde ik dat psalmen waren. F
O, dacht ik, o, dat daar mijn moeder voer E
Prijs God, zong zij, Zijn hand zal u bewaren. F