Les 22 - Rondeel en sonnet

Deze les
  • Korte terugblik: rondeel 
  • Theorie: lyriek - dramatiek - epiek
  • Theorie: wat is een sonnet? 
  • Oefenen: klassikaal een sonnet analyseren
  • Samenwerkingsopdracht: creatief schrijven 



1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Deze les
  • Korte terugblik: rondeel 
  • Theorie: lyriek - dramatiek - epiek
  • Theorie: wat is een sonnet? 
  • Oefenen: klassikaal een sonnet analyseren
  • Samenwerkingsopdracht: creatief schrijven 



Slide 1 - Slide

Lesdoelen

Jullie kunnen:
  •  fragmenten van teksten situeren binnen de driehoek van Petersen 
  • de kenmerken van een sonnet benoemen
  •  verklaren waarom een gedicht een sonnet is
  •  de volta in een sonnet aanwijzen 

Slide 2 - Slide

Onderverdeling literatuur
Drie genres: 

  • lyriek 
  • epiek 
  • dramatiek

Slide 3 - Slide

Epiek, lyriek en dramatiek

Epiek is een vertellende tekst waarin tijd verloopt, meestal zijn dat prozateksten.
Met lyriek breng de schrijver gevoelens over, dat gebeurt meestal in poëzie.
Dramatiek is een ander woord voor toneel.

Slide 4 - Slide

Sleep de juiste term naar de bijbehoorende hoofdgenre
poëzie
roman
toneel
lyriek
epiek
dramatiek

Slide 5 - Drag question

Rondeel
Kenmerken: 

- kort lied of gedicht in strofevorm 
- twee rijmklanken 
- terugkeren driemaal dezelfde versregel(s)

Slide 6 - Slide

Kenmerken rondeel: 

-19 regels
-twee strofes, 3x refrein
-rijmklanken '-even' en '-ijn'
- 3x zelfde versregels (refrein) 


Slide 7 - Slide

Martinus Nijhoff - De moeder de vrouw (1934)


Ik ging naar Bommel om de brug te zien 
Ik zag de nieuwe brug. Twee overzijden 
die elkaar vroeger schenen te vermijden, 
worden weer buren. Een minuut of tien 

dat ik daar lag, in 't gras, mijn thee gedronken, 
mijn hoofd vol van het landschap, wijd en zijd - 
laat mij daar midden uit oneindigheid 
een stem vernemen dat mijn oren klonken 

Het was een vrouw. Het schip dat zij bevoer 
kwam langzaam stroomaf door de brug gevaren .
Zij was alleen aan dek, zij stond bij 't roer 

eb wat zij zong hoorde ik dat psalmen waren. 
O, dacht ik, o, dat daar mijn moeder voer. 
Prijs God, zong zij, Zijn hand zal u bewaren. 

Slide 8 - Slide

Waar gaat dit gedicht volgens jou over?

Slide 9 - Open question

Welke rijmschema komt voor in dit gedicht (zie WB p. 147)?
A
Verspringend rijm
B
Gepaard rijm
C
Omarmend rijm
D
Gekruist rijm

Slide 10 - Quiz

Martinus Nijhoff - De moeder de vrouw (1934)


Ik ging naar Bommel om de brug te zien A
Ik zag de nieuwe brug. Twee overzijden B
die elkaar vroeger schenen te vermijden, B
worden weer buren. Een minuut of tien A

dat ik daar lag, in 't gras, mijn thee gedronken, C
mijn hoofd vol van het landschap, wijd en zijd - D
laat mij daar midden uit oneindigheid D
een stem vernemen dat mijn oren klonken C

Het was een vrouw. Het schip dat zij bevoer E
kwam langzaam stroomaf door de brug gevaren.F
Zij was alleen aan dek, zij stond bij 't roer E

eb wat zij zong hoorde ik dat psalmen waren. F
O, dacht ik, o, dat daar mijn moeder voer E
Prijs God, zong zij, Zijn hand zal u bewaren. F

Slide 11 - Slide

Noem een voorbeeld van alliteratie in het gedicht

Slide 12 - Open question

Noem een voorbeeld van een enjambement in dit gedicht

Slide 13 - Open question

'Liedje'
Om zeven uur de wekker
nog tien minuten snoozen
vijf keer godverdomme roepen
en dan maar eens gaan douchen.

Snel ontbijten in de trein
alle mensen strak in lijn
omdat praktisch iedereen
om negen o pkantoor moet zijn.

Koffie drinken, overleggen
zo nu en dan iets nuttigs zeggen
klantje bellen, koffie drinken.

Af en toe een akkefietje
om  vijf uur weer naar huis teruggaan
en morgen weer hetzelfde liedje.
Liedje

Om zeven uur de wekker 
nog tien minuten snoozen 
vijf keer godverdomme roepen 
en dan maar eens gaan douchen. 
 
Snel ontbijten in de trein 
alle mensen strak in lijn 
omdat praktisch iedereen 
om negen op kantoor moet zijn. 
 
Koffie drinken, overleggen 
zo nu en dan iets nuttigs zeggen 
klantje bellen, koffie drinken. 
 
Af en toe een akkefietje 
om  vijf uur weer naar huis teruggaan 
en morgen weer hetzelfde liedje.

Slide 14 - Slide

Wat is een sonnet?
Een versvorm met een vaste vorm:
  • 14 regels
  • Twee kwatrijnen (= 1 octaaf) en twee terzetten (= 1 sextet)
  • Witregel na octaaf

Inhoudelijk kenmerk: na de octaaf een volta (wending, val, chute)

Traditionele rijmschema = abba abba cdc dcd

Slide 15 - Slide

Creatief schrijven
  • Schrijf in tweetallen een eigen sonnet of rondeel
  • Kies een actueel thema of een actuele gebeurtenis
  • Zorg dat het sonnet/rondeel voldoet aan alle kenmerken...
  • Het gedicht moet ook minimaal een vorm van alliteratie, een vorm van assonantie en een vorm van volrijm bevatten 
  • Gebruik de theorie!
  • Uploaden 

Slide 16 - Slide

Lesdoelen

Jullie kunnen de kenmerken van een sonnet benoemen
Jullie kunnen verklaren waarom een gedicht een sonnet is
Jullie kunnen de volta in een sonnet aanwijzen 
Jullie kunnen de volta in een sonnet interpreteren

Slide 17 - Slide