Tijdzaken blok 5 les 2 - groep 7
De christenen
1 / 15
Lesson duration is: 30 minItems in this lesson
De christenen
Slide 1 - Drag question
Slide 2 - Slide
De christenen
Slide 3 - Mind map
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Link
Slide 6 - Link
Slide 7 - Link
Aanhanger van het Christendom. Gelooft in één god en Jezus Christus.
Benaming voor iedereen met een ander geloof, volgens de Christenen.
Iemand die mensen wil bekeren tot het Christelijke geloof.
Een Engelse missionaris die veel mensen heeft bekeerd.
De hoogste baas van de katholieke kerk
Een kroon plaatsten op het hoofd van een nieuwe keizer of koning
De christen
missionaris
De paus
De heiden
Willibrord
De kroning
Slide 8 - Drag question
Wie is de hoogste baas van de katholieke kerk?
A
Karel de Grote
B
De paus
C
Willibrord
D
De christenen
Slide 9 - Quiz
Welk tijdvak hoort bij het begrip 'De christenen'?
A
B
C
D
Slide 10 - Quiz
Wat is waar?
A
We weten veel af van Germaanse goden
B
Karel de Grote werd keizer door de steun aan de paus
C
Venus is de god van de oorlog
D
Alle Germaanse en romeinse goden waren hetzelfde
Slide 11 - Quiz
Wat eiste Karel de Grote van iedereen toen hij keizer werd?
A
Dat ze deel uit gingen maken van het leger
B
Dat hij koning werd genoemd in plaats van keizer
C
Dat iedereen in het christelijke geloof moest geloven
D
Dat niemand meer mocht geloven in de paus
Slide 12 - Quiz
Wat is een heiden?
A
Iemand die een ander geloof heeft dan de christenen
B
Iemand die lid is van de christelijke kerk
C
Iemand die mensen probeert te bekeren tot het christelijke geloof
D
Aanhangers van Karel de Grote
Slide 13 - Quiz
Waarom werden de meeste Germanen christelijk?
A
Dit vonden ze een mooier geloof dan hun eigen
B
Ze werden verplicht te geloven in het christendom
C
Ze werden bekeerd door missionarissen
D
Zij werden helemaal niet christelijk
Slide 14 - Quiz
Saturnus was zowel een god voor de Germanen als de romeinen
A
Waar
B
Niet waar
