L5 TOETS H1/2 2km

Welkom! 
Ga naar je plek, pak je spullen en maak de startopdracht
Startopdracht: maak de woordzoeker
- Pen
- Boek 2A
- Schrift
timer
5:00
1 / 39
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom! 
Ga naar je plek, pak je spullen en maak de startopdracht
Startopdracht: maak de woordzoeker
- Pen
- Boek 2A
- Schrift
timer
5:00

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Welkom! 
Ga naar je plek, pak je spullen en maak de startopdracht. 
Startopdracht: maak de woordzoeker
  • Pen
  • Boek 2A
  • Schrift
timer
5:00

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen?
  • Lesdoelen
  • Mededelingen
  • Leren voor de toets
  • Vragen?
  • Toets
  • Aantekeningen
  • Huiswerk
  • Evaluatie les

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Mededelingen
Wat moet ik weten?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
  • Je hebt de repetitie over H1 gemaakt.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Leer zelfstandig
timer
15:00

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Repetitie industriële revolutie
- Je zit alleen en je werkt zelfstandig en stil.
- Zet je naam en klas op je toetsblaadje.
- Heb je vragen? Steek je hand op en stel je vraag zo zacht mogelijk.
- Ben je klaar? Steek je hand op en laat je toets ophalen.
- Ingeleverd? Lees je leesboek in stilte tot de les verdergaat.
timer
35:00

Slide 7 - Slide

https://schooltv.nl/video/histoclips-afl-8-de-industriele-revolutie/
Aantekeningen
Pak je schrift en pen.
Tijdens de aantekeningen luister je en schrijf je mee.
Vraag? Steek je vinger op.




Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Paragraaf 2.2
Europese wereldrijken

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Modern imperialisme 

= het willen veroveren en besturen van zoveel mogelijk gebied


  • Vanaf 1500 vooral in Amerika koloniën
  • Vanaf 1800 ook Afrika en Azië
  • Met geweld, veel gebieden veroverd.
  • Europa had veel betere wapens
  • Grote wereldrijken: Europese landen bezaten gebied over de hele wereld.


Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Koloniën Nederland
  • Eerst hadden de VOC en WIC gebieden
  • Later nam de regering dat over
  • Suriname, de Antillen en Nederlands-Indië

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Nederlands-Indië
NL veroverde steeds meer eilanden

2 redenen:
1. Bang dat andere landen ze ander zouden veroveren
2. Ze wilden de grondstoffen hebben (aardolie bijv.)

Nederland gebruikte veel geweld.


Slide 12 - Slide

https://npofocus.nl/artikel/7894/hoe-regeerde-nederland-over-nederlands-indie
https://schooltv.nl/video/histoclips-nederlands-indie/#q=nederlands%20indie vanaf 3:45

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Oorzaken Modern Imperialisme

1. Grondstoffen nodig
2. Afzetgebieden
3. Uitvindingen: vervoer sneller; krachtigere wapens
4. Nationalisme



Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Overheersing
Eind 19e eeuw bestuurden Europese landen bijna heel Afrika en Azië.
Ze keken neer op de bevolking.
-->  niet christelijk en liepen achter op techniek



Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Racisme 
= mensen die denken dat er verschillende mensenrassen zijn met elk bepaalde lichamelijke kenmerken (zoals huidskleur) en eigenschappen (zoals slim en lui)


Nu duidelijk --> Er bestaan geen verschillende mensenrassen.




Slide 16 - Slide

https://schooltv.nl/video/wat-is-racisme-ongelijke-behandeling-vanwege-huidskleur-of-afkomst/#q=wat%20is%20racisme

Zelfstandig werken

  • Hoofdstuk 2, paragraaf 1
  • Maken: paragraaf 2.1: 1 t /m 10


Klaar?
Bekijk de ontdekkingsplaat en maak de test jezelf paragraaf 1




timer
1:00

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Samenwerken
  • Je mag rustig overleggen.
  • Hoofdstuk 2, paragraaf 1
  • Maken: paragraaf 2.1: 1 t /m 10

  • Klaar? Bekijk de ontdekkingsplaat en maak de test jezelf paragraaf 1



timer
5:00

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Wat is huisnijverheid?
A
huishoudelijke werkzaamheden
B
thuis handmatig maken van producten
C
thuis een fabriek beginnen
D
het thuis gezellig maken

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wat is industrialisatie?
A
thuis producten maken van grondstoffen
B
arme mensen moeten hard werken
C
de opkomst van productie in fabrieken
D
politiek systeem waarbij iedereen gelijk behandeld wordt

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wat is kapitalisme?
A
economische systeem met zo min mogelijk regels voor zoveel mogelijk winst
B
politiek systeem met zo min mogelijk regels voor zoveel mogelijk winst
C
politiek systeem voor zoveel mogelijk vrijheid
D
de opkomst van productie in fabrieken.

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Wat is GEEN economisch gevolg van industrialisatie?
A
De mijnbouw en metaalindustrie werden heel belangrijk.
B
Veel producten werden goedkoper.
C
Het milieu raakte op grote schaal vervuild.
D
Het bezit van geld werd belangrijker dan het bezit van landbouwgrond

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een oorzaak van industrialisatie in Groot-Brittannië?
A
Britse ondernemers waren slimmer dan ondernemers buiten Groot-Brittannië
B
Britse ondernemers konden gemakkelijk aan grondstoffen voor fabrieken komen.
C
De bevolkingsaantallen in Groot-Brittannië daalden.
D
Britse mensen wilden graag mooie kleren kopen.

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Waar kwamen de eerste fabrieken in Nederland?
A
Twente
B
Groningen
C
Brabant
D
Randstad

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Wat is GEEN gevolg van industrialisatie?
A
Het landschap veranderde.
B
Er kwam een nieuwe groep in de samenleving: arbeiders
C
Het milieu raakte op grote schaal vervuild.
D
Mensen gingen in dorpen wonen.

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Wat is verstedelijking?
A
Het verschijnsel dat een steeds groter deel van de bevolking buiten de stad woont.
B
Het verschijnsel dat een steeds groter deel van de bevolking in fabrieken werkt
C
Het verschijnsel dat een steeds groter deel van de bevolking in de stad woont.
D
Het verschijnsel dat een steeds groter deel van de bevolking wil gaan stemmen.

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Wat is verstedelijking?
A
Het verschijnsel dat een steeds groter deel van de bevolking buiten de stad woont.
B
Het verschijnsel dat een steeds groter deel van de bevolking in fabrieken werkt
C
Het verschijnsel dat een steeds groter deel van de bevolking in de stad woont.
D
Het verschijnsel dat een steeds groter deel van de bevolking wil gaan stemmen.

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de gegoede burgerij?
A
Groep mensen met weinig geld of bezittingen.
B
Groep mensen die werken in de politiek.
C
Groep mensen die aan liefdadigheid doen.
D
Groep mensen met veel geld of bezittingen.

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het liberalisme?
A
Politieke stroming die opkomt voor zoveel mogelijk gelijkheid voor alle burgers.
B
Politieke stroming die opkomt voor zoveel mogelijk vrijheid voor alle burgers.
C
Economische stroming die opkomt voor zoveel mogelijk vrijheid voor alle burgers.
D
Economische stroming die opkomt voor zoveel mogelijk gelijkheid voor alle burgers.

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het kiesrecht?
A
Het recht om gekozen te worden als politiek leider.
B
Het recht om te kiezen waar je aan het werk gaat.
C
Het recht om te gaan stemmen als er verkiezingen zijn.
D
Het recht op goede zorg, zoals de tandarts.

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de sociale kwestie?
A
Het probleem van de slechte leef- en werkomstandigheden van arbeiders in de 19e eeuw als gevolg van de industrialisatie.
B
Het probleem van slechte vriendschappen in de 19e eeuw als gevolg van de industrialisatie.
C
Het probleem van slechte politieke leiders in de 19e eeuw als gevolg van de industrialisatie.
D
Het probleem van slechte scholen in de 19e eeuw als gevolg van de industrialisatie.

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een vakbond?
A
Bondgenootschap van mensen die die vakken geven op de middelbare school.
B
Vereniging van mensen met dezelfde leeftijd, die de lonen en arbeidsomstandigheden van haar leden wil verbeteren.
C
Vereniging van mensen met hetzelfde beroep, die de lonen en arbeidsomstandigheden van haar leden wil verbeteren.
D
Vereniging van mensen met hetzelfde beroep, die meer vrijheid willen voor de fabriekseigenaren.

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het socialisme?
A
Economische stroming die opkomt voor zoveel mogelijk vrijheid voor alle burgers.
B
Politieke stroming die opkomt voor zoveel mogelijk vrijheid voor alle burgers.
C
Economische stroming die de uitbuiting van arbeiders door fabriekseigenaren wil stoppen.
D
Politieke stroming die de uitbuiting van arbeiders door fabriekseigenaren wil stoppen.

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Inloggen Memo Max
De online methode.
Stap 1. Ga naar het magister.
Stap 2. Ga naar Memo Max (leerjaar 1)
Stap 3. Vul de klassencode in.

Klassencode: 
B2J: 418702
B2K: 552880

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
Datum:
B2K : donderdag 16 november
B2J: 

Maken: 
 
Maken: paragraaf 2.1: 1 t /m 11

 


Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe het dagelijks leven in de 19e eeuw veranderde door allerlei uitvindingen.
  • Je kunt met een voorbeeld uitleggen wat nationalisme is.
  • Je kunt twee gevolgen noemen van nationalisme. 

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Evaluatie
  • Wat heb je geleerd deze les?
  • Wat ging er goed?
  • Wat kan beter?

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Tot de volgende les!

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Daens

Slide 39 - Slide

This item has no instructions