This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
BONJOUR
tout le monde!!
LET OP
Ga zitten volgens plattegrond
Leg je boek en iPad op tafel
iPad is uit en ligt met het scherm naar beneden
Slide 1 - Slide
Planning
Aujourd'hui
Jeudi 18 avril
1. Le verbe être - werkwoord zijn
2. L'heure en français - klokkijken
3. Les phrases clés - zinnen
4. Travail individuel - zelfstandig werken
5. Arrêt- afsluiting
Slide 2 - Slide
WERKWOORD ZIJN
VERBE ÊTRE
Slide 3 - Slide
WWW.VERBUGA.EU
Werkwoord: ÊTRE
Tijd: PRÉSENT
timer
5:00
Slide 4 - Slide
les heures
Slide 5 - Slide
L'heure - klokkijken
Je gaat een aantal kloktijden vertalen naar het Nederlands. Let op: gebruik hoofdletters aan het begin van de zin en een punt aan het einde van de zin.
Getallen zet je in cijfers.
Slide 6 - Slide
Vertaal in het Nederlands: Il est midi.
Slide 7 - Open question
Vertaal in het Nederlands: Il est huit heures et quart.
Slide 8 - Open question
Vertaal in het Nederlands: Il est neuf heures moins le quart.
Slide 9 - Open question
Vertaal in het Nederlands: Il est trois heures.
Slide 10 - Open question
Vertaal in het Nederlands: Il est onze heures et demie.
Slide 11 - Open question
Vertaal in het Nederlands: Il est quatre heures et quart.
Slide 12 - Open question
Vertaal in het Nederlands: Il est minuit.
Slide 13 - Open question
Vertaal in het Nederlands: Il est dix heures et demie.
Slide 14 - Open question
Vertaal in het Nederlands: Il est trois heures moins le quart.