Tarea 4, getallen tot 100 (5-2)

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

¡Bienvenidos a la clase de español!

¿Qué día es hoy? 

¿Qué hacemos hoy?

• ¿Qué hemos hecho?

• ¡A trabajar!
  

• Fin de la clase

• Objetivo (5)
  
• Escuchar (10)
• Números (10)
• Practicar (10)
• Evaluación (5)
  

¿Qué hemos hecho?

Maak een beschrijving bij de plattegrond die je hebt getekend. 

Maak alleen de voorbeeldzinnen die we zojuist hebben geleerd.

Gebruik iedere voorbeeldzin minimaal één keer.

Mi casa tiene un/una [+ ruimtes]

Mi [ruimte] tiene un/una [meubels]

Mi [meubel] es [kleur].

Mi [ruimte] es [kleur].

Tengo un/ una [+meubel of ruimte] [+kleur]

Objetivo

0

Los números hasta 100

Tussen twintig en dertig schrijf je de getallen aan elkaar met “i” in het midden --> veintiuno (21)

  

Vanaf de dertig schrijf je de getallen los van elkaar met “y” in het midden --> treinta y nueve (39)

¡Escuchar!

• A: noventa y siete (97)
• B: treinta y ocho (38)
• C: cuarenta y cinco (45)
• D: ciento uno (101)
• E: sesenta y cuatro (64)
• F: setenta y nueve (97)

¡Practicar!

• a) 24
• b) 35
• c) 47
• d) 31
• e) 88
• f) 96
• g) 63
• h) 100
• i) 72
• j) 59

• a) cuarenta y cuatro
• b) cincuenta y cuatro
• c) sesenta y seis
• d) cuarenta y cinco
• e) cuarenta y nueve
• f) cincuenta y dos
• g) ochenta y dos
• h) treinta y tres

Mijn leerdoel was...

Wat is nog niet helemaal begrijp is...

Wat ik nog moet doen is...

Wat ik al goed kan is...

Wat ik hiermee kan doen is...

¿Qué tal la clase?

1. muy bien
2. bien
3. regular
4. mal

Fin de la clase...

Próxima clase:

¿Qué? Hoe wonen Spanjaarden?

  

¿Preparar? 
* Leren getallen t/m 100, blz. 46 uit je boekje "mi casa"