Wat ga je doen?
Je gaat in deze opdracht jouw dagelijkse ritme beschrijven in het Duits (denk aan opstaan, ontbijten, naar school, naar huis, huiswerk, avondeten enz.). Daarnaast vertel je wanneer je een hobby/sport doet. Je maakt hele zinnen en noemt in iedere zin ook een kloktijd. Je gaat nu de opdracht schriftelijk voorbereiden!
Voorbeeld: ’s Morgens sta ik om 7 uur op -> Morgens stehe ich um sieben Uhr auf. -> op Maandag -> am Montag
Criteria
Je voordracht moet minimaal de volgende zinnen bevatten:
- 6 zinnen van iets wat je op een doordeweekse dag doet (met kloktijd).
- 2 zinnen van iets wat je wekelijks doet (dus iedere week 1 of twee keer). Noem hierbij de dag en een kloktijd.
- 2 zinnen met iets wat je in het weekend doet (wat je doordeweeks niet doet/kunt doen).