Spreken 1.2

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Opdracht:

Let op de opbouw van deze presentatie.

Noteer minimaal een pluspunt en een minpunt. 

Spreken 1.2

Opbouw van een presentatie

Doel: je kunt je presentatie een duidelijke opbouw geven.

Deze les:

- Terugblik

- Opbouw van een presentatie 

- Spreekschema/ spreekkaartjes

- Opbouw van de dia's

Terugblik spreken 1.1:

- Doel en publiek

- Aantrekkelijk spreken

- Presentatieprogramma, dia's

Een presentatie bestaat uit 3 delen: 

1. Inleiding

- Stel jezelf voor als dat nodig is

- Maak het publiek nieuwsgierig naar je presentatie

- Leg uit wat je gaat vertellen en waarom

- Geef aan wanneer het publiek vragen kan stellen

Een presentatie bestaat uit 3 delen: 

2. Middenstuk

- Deelonderwerpen

- Gebruik signaalwoorden (verbanden aangeven)

Bijv. ten eerste, ten tweede, omdat, daardoor enz. 

Een presentatie bestaat uit 3 delen: 

3. Slot

- Geef een korte samenvatting

- Sluit af met een leuke slotzin

- Geef de kans om een vraag te stellen

- Bedank het publiek

Spreekschema

In steekwoorden de opbouw en inhoud beschrijven. Deze houd je erbij tijdens het presenteren.

Spreekschema

In steekwoorden de opbouw en inhoud beschrijven. Deze houd je erbij als spiekbriefje. 

Boek blz. 86

Spreekkaartjes

- belangrijkste woorden

- 1 voor inleiding, elk deelonderwerp, slot

- belangrijke zinnen kunnen voluit worden genoteerd

Presentatieprogramma: 

Dia's zijn ook te gebruiken als spreekschema of spreekkaartjes. 

Opbouw van je dia's

- Inleiding 2 slides: 1 voor de titel en 1 voor de opbouw van je presentatie.

- Elk deelonderwerp een aparte slide.

- 1 slide voor het slot.