TH2S Deel 3 - Het spijt me! (1)

1 / 50
next
Slide 1: Slide
NT2Hoger onderwijs

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 180 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Slide

Wat zeg je als je ergens te laat bent?

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Vind jij het belangrijk dat mensen op tijd zijn?
Ik vind dat HELEMAAL NIET belangrijk.
Ik vind dat NIET ZO belangrijk.
Ik vind dat NOGAL belangrijk.
Ik vind dat HEEL belangrijk.

Slide 14 - Poll

Welke excuses vertellen mensen als ze te laat zijn?

Slide 15 - Open question

Verzin (= fantaseer) een nep-excuus (= leugen) voor als je nog eens ergens te laat komt.

Slide 16 - Open question

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Oef. 3: Vul aan met een excuus.
Bijvoorbeeld: 
Ik zal wat later zijn, want ... (in de file / staan / ik). Mijn excuses!
=> ik sta in de file

Slide 19 - Slide

Ik zal wat later zijn, want ... (zijn / de babysit / te laat). Het spijt me!

Slide 20 - Open question

Ik zal wat later zijn, omdat ... (afwerken / een contract / ik / moeten). Sorry!

Slide 21 - Open question

Ik zal wat later zijn, omdat ... (de trein / hebben / missen / ik). Mijn excuses!

Slide 22 - Open question

Ik zal wat later zijn, want ... (de bus / hebben / missen / ik). Sorry!

Slide 23 - Open question

want - omdat
  • want + gewone SU-V constructie
  • omdat + katapult-constructie

Slide 24 - Slide

Ik zal wat later zijn, want / omdat ... . Het spijt me!

Slide 25 - Mind map

Oef. 4: Vul aan met een excuus.
Bijvoorbeeld: 
Sorry dat ik niet kan komen, want ... (zijn/ziek/ik). 
=> ik ben ziek

Slide 26 - Slide

Het spijt mij dat ik niet kan komen, want ... (moeten / ik / naar de tandarts).

Slide 27 - Open question

Neem me niet kwalijk dat ik niet kan komen, maar ... (ik / babysit / geen / vinden).

Slide 28 - Open question

Excuseer dat ik niet kan komen, maar ... (zijn / mijn / gestolen / fiets).

Slide 29 - Open question

Ik kan jammer genoeg niet komen, omdat ... (naar de dokter / moeten / ik). Mijn excuses!

Slide 30 - Open question

Ik kan helaas niet komen, omdat ... (kapot / auto / zijn / mijn). Sorry!

Slide 31 - Open question

want, maar - omdat
  • want, maar + gewone SU-V constructie
  • omdat + katapult-constructie

Slide 32 - Slide

Ik kan niet komen, want / omdat ... . Mijn excuses!

Slide 33 - Mind map

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Slide

Slide 47 - Slide

Slide 48 - Slide

Slide 49 - Slide

Slide 50 - Slide