This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 180 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Slide 4 - Slide
Wat zeg je als je ergens te laat bent?
Slide 5 - Open question
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Deel 3: Feed-up
1) Je kan je in een sms en e-mail excuseren. 2) Je kan per sms reageren op een andere sms. 3) Je kan conjuncties (dus, toch, want, maar …) correct gebruiken.
Slide 8 - Slide
Vind jij het belangrijk dat mensen op tijd zijn?
Ik vind dat HELEMAAL NIET belangrijk.
Ik vind dat NIET ZO belangrijk.
Ik vind dat NOGAL belangrijk.
Ik vind dat HEEL belangrijk.
Slide 9 - Poll
Welke excuses vertellen mensen als ze te laat zijn?
Slide 10 - Open question
EXTRA: Verzin (= fantaseer) een nep-excuus (= leugen) voor als je nog eens ergens te laat komt.
Slide 11 - Open question
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
oauth.digiboek.be
Slide 14 - Link
Oef. 3: Vul aan met een excuus.
Bijvoorbeeld:
Ik zal wat later zijn, want ... (in de file / staan / ik). Mijn excuses!
=> ik sta in de file
Slide 15 - Slide
Boek p. 45 oef. 3
Schrijf de hele zin op onder foto 1:
Ik zal wat later zijn, want ik sta in de file. Mijn excuses!
Slide 16 - Slide
Ik zal wat later zijn, want ... (zijn / de babysit / te laat). Het spijt me!
Slide 17 - Open question
Ik zal wat later zijn, omdat ... (afwerken / een contract / ik / moeten). Sorry!
Slide 18 - Open question
Ik zal wat later zijn, omdat ... (de trein / hebben / missen / ik). Mijn excuses!
Slide 19 - Open question
Ik zal wat later zijn, want ... (de bus / hebben / missen / ik). Sorry!
Slide 20 - Open question
want - omdat
want + gewone SU-V constructie
omdat + katapult-constructie
Slide 21 - Slide
Ik zal wat later zijn, want / omdat ... . Het spijt me!
Slide 22 - Mind map
oauth.digiboek.be
Slide 23 - Link
Oef. 4: Vul aan met een excuus.
Bijvoorbeeld:
Sorry dat ik niet kan komen, want ... (zijn/ziek/ik).
=> ik ben ziek
Slide 24 - Slide
Boek p. 46 oef. 4
Schrijf de hele zin op onder foto 1:
Sorry dat ik niet kan komen, want ik ben ziek!
Slide 25 - Slide
Het spijt mij dat ik niet kan komen, want ... (moeten / ik / naar de tandarts).
Slide 26 - Open question
Neem me niet kwalijk dat ik niet kan komen, maar ... (ik / babysit / geen / vinden).
Slide 27 - Open question
Excuseer dat ik niet kan komen, maar ... (zijn / mijn / gestolen / fiets).
Slide 28 - Open question
Ik kan jammer genoeg niet komen, omdat ... (naar de dokter / moeten / ik). Mijn excuses!
Slide 29 - Open question
Ik kan helaas niet komen, omdat ... (kapot / auto / zijn / mijn). Sorry!
Slide 30 - Open question
want, maar - omdat
want, maar + gewone SU-V constructie
omdat + katapult-constructie
Slide 31 - Slide
Ik kan niet komen, want / omdat ... . Mijn excuses!