This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
2.1 Patronen: welvaart en welzijn
Slide 1 - Slide
Lesdoelen
Na deze les kun je:
manieren noemen waarop je welvaart en welzijn in de wereld kunt meten.
Nadelen noemen van het gebruik van het bbp per hoofd om welvaart te meten.
met voorbeelden het verschil uitleggen tussen regionale en sociale ongelijkheid.
Slide 2 - Slide
H2 par. 1 Leerdoelen
Je kent twee manieren waarop welvaartsverschillen tussen landen worden gemeten
Je kunt nadelen van het gebruik van bnp/hoofd bij het meten van welvaart.
Je kent het verschil tussen welvaart en welzijn
Je kunt uitleggen dat kenmerken op nationaal niveau vaak geen goed beeld geven van situatie op een lager schaalniveau.
Je kunt begrippen indelen bij dimensies
Slide 3 - Slide
Wat beeld deze kaart af?
De wereldkaart gebaseerd op welvaart (2015)
Slide 4 - Slide
Welvaart & Welzijn
Welvaart = Mate waarin iemand genoeg geld heeft om in zijn behoeften te kunnen voorzien. Gaat over het inkomen van mensen.
Welzijn = Mate waarin iemand toegang heeft tot de basisbehoeften. Gaat over gelukkig en gezond kunnen leven.
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Meten van welvaart
BBP per hoofd van de bevolking
BBP = de waarde van alle geproduceerde goederen en diensten in een land in een jaar.
BBP per hoofd van de bevolking = BBP / aantal inwoners van het land.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Meten van welvaart
Samenstelling beroepsbevolking
De verdeling van de mensen over de drie sectoren: primair (landbouw), secundair (industrie) en tertiair (diensten).
Algemene regel over de samenhang: hoe ... hoe ... zin:
hoe rijker een land, .... hoe .....
hoe armer een land, ... hoe ... .
Slide 10 - Slide
Hoe is de verdeling van de beroepsbevolking in armere landen?
A
Meeste mensen werken in een fabriek
B
Meeste mensen werken in de agrarische sector
C
Meeste mensen werken in de diensten
D
Gelijk verdeeld tussen industrie, landbouw en diensten
Slide 11 - Quiz
Wat is in Nederland de grootste sector in de beroepsbevolking?
A
Primair
B
Secundair
C
Tertiair
Slide 12 - Quiz
Minder welvarend land
Welvarend land
Slide 13 - Drag question
Nadelen van het meten van welvaart
.
Er worden een aantal zaken niet meegerekend met het BBP
Slide 14 - Slide
Probleem l
Jouw euro is niet overal evenveel waard
--> Koopkracht ($)
Koopkracht betekent hoeveel je kunt kopen met het geld dat je hebt. Als de prijzen stijgen en je inkomen blijft hetzelfde, kun je minder kopen, en dan daalt je koopkracht.
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Probleem II:
Informele sector
- Niet geregistreerd werk bij de overheid
- Inkomen niet meegerekend met het BBP
- Betalen geen belasting
Slide 17 - Slide
Probleem III
Het BBP geeft een gemiddelde weer, -> niet meegenomen
- Regionale ongelijkheid
- Sociale ongelijkheid
Slide 18 - Slide
Regionale ongelijkheid
Westen
Oosten
Werd rijker
Bleef achter
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Regionale ongelijkheid NL
Regionale ongelijkheid Brazilië
Slide 21 - Slide
Regionale verschillen?
Wil je regionale verschillen beter zien, dan moet je 'inzoomen', dus veranderen van schaalniveau. Van nationaal schaalniveau naar regionaal of lokaal schaalniveau
Slide 22 - Slide
Sociale ongelijkheid
Slide 23 - Slide
Sociale ongelijkheid
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
sociale ongelijkheid
regionale ongelijkheid
Slide 26 - Slide
Welk land kent meer ongelijkheid?
Lorenz-curve
Slide 27 - Slide
VN-welzijnsindex (HDI)
BNP + levensverwachting en analfabestisme
Slide 28 - Slide
VN-ontwikkelingsindex
Ook wel Human Development index (HDi).
Meet het welzijn op: inkomen, alfabetiseringsgraad (of analfabetisme), levensverwachting.
Ook wordt vaak gekeken naar toegang tot schoon drinkwater, onderwijs en gezondheidszorg, de voedselsituatie en beschikbaarheid telefoon/computer.
HDi is beter dan BBP per hoofd omdat je kijkt naar meerdere aspecten
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Slide
Slide 32 - Slide
Welvaart
Welzijn
BBP/ hoofd
Koopkracht
Verdeling beroepsbevolking
Levensverwachting
Alfabetiseringsgraad
VN ontwikkelingsindex
Slide 33 - Drag question
Dimensies: met een andere bril
Ligging
Klimaten
neerslagpatronen
Reliëf
Plantengroei/ vegetatie/ landschap
BBP/BRP
(gemiddeld) inkomen (per capita)
koopkracht
(samenstelling van) beroepsbevolking
Import/exportpakket
analfabetisme
taal
godsdienst
bevolkingsspreiding en dichtheid
bevolkingsgroei (fase in de demografischetransitie)
leeftijdsopbouw
verstedelijking
geboorte- en sterftecijfer
Corruptie
Democratie/ dictatuur
persvrijheid
burgerrechten
Wie heeft de macht?
Samenwerking met andere landen etc.
Slide 34 - Slide
Wat is een voorbeeld van de culturele dimensie?
A
In India is veel urbaan-rurale migratie
B
In India is er een democratie
C
in India worden veel talen gesproken
D
in India komt elke zomer de moesson
Slide 35 - Quiz
Onder welke dimensie valt de bevolkingsgroei
A
Demografisch
B
Sociaal-cultureel
C
Economisch
D
Politiek
Slide 36 - Quiz
Bij welke aardrijkskundige dimensie horen conflicten?
A
Fysisch
B
Sociaal-cultureel
C
Demografisch
D
Politiek
Slide 37 - Quiz
Analfabetisme past bij de volgende dimensie...
A
politiek
B
natuurlijk
C
sociaal-cultureel
D
economisch
Slide 38 - Quiz
Slide 39 - Slide
Slide 40 - Slide
Aan de slag
Huiswerk: paragraaf 1 af
Maak de opdrachten in je aantekeningen schrift + samenvattingsopdracht 1 (achter in het hoofdstuk)
Klaar? Maak samenvatting paragraaf 1
Volgende les: terugkoppeling opdrachten + samenvatting en starten paragraaf 2
Slide 41 - Slide
Lesdoelen
Na deze les kun je:
manieren noemen waarop je welvaart en welzijn in de wereld kunt meten.
Nadelen noemen van het gebruik van het bbp per hoofd om welvaart te meten.
met voorbeelden het verschil uitleggen tussen regionale en sociale ongelijkheid.
Slide 42 - Slide
Problemen bij het meten van welvaart
BBP/hoofd is een gemiddelde, zegt niks over de verdeling van de welvaart (sociale ongelijkheid)
Laat geen verschillen in welvaart zien tussen de verschillende regio’s. Grote verschillen in welvaart en ontwikkeling tussen gebieden noem je