This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Welkom!
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Planning
Vandaag: afmaken en herhalen 3.1/3.2
Maandag SO 3.1 en 3.2
Slide 3 - Slide
Paragraaf 3.2
Herhaling
Uitleg 3.2
Huiswerk maken 3.2
Slide 4 - Slide
Programma
- In stilte werken (10 min.)
- Uitleg 3.2 - Het oog - deel III (10 min)
- Maken opdrachten (15 min)
Quiz time
- Goed gewerkt? 5 min 'chill time'
Slide 5 - Slide
Programma
- Opfrissen3.1 en 3.2 (10 min)
- Maken oefentoets (20 min)
- Goed gewerkt? 5 min 'chill time'
Slide 6 - Slide
Programma
- 5 min oogtest
- In stilte werken (10 min.)
- Opfrissen3.2 - Wanneer heb je een bril nodig? (10 min)
- Maken puzzel + afmaken 'Samenvatten'(20 min)
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Zelfstandig werken
- Flitskaarten maken van begrippen 3.1
--> schrijf per begrip op de achterkant betekenis
--> maak een enveloppe om te bewaren
Klaar?
- Maken 3.1 - Samenvatten (blz. 141 werkboek)
timer
10:00
Slide 9 - Slide
In stilte werken
- Nakijken 3.3
- Maken Test Jezelf H3 in je werkboek (blz . 193)
opdr. 10 overslaan
Klaar?
- Maken 3.1 - 'Samenvatten'
timer
10:00
Slide 10 - Slide
Zintuigen van de mens
Zintuigen = "meetapparatuur" om de omgeving waar te nemen
Alle zintuigen bij elkaar = zintuigstelsel
Slide 11 - Slide
Zintuigen in de huid
Tastzintuigen
Drukzintuigen
Pijnzintuigen
Warmte zintuigen
Koude zintuigen
Slide 12 - Slide
Prikkels en impulsen
Een prikkel is een berichtje (uit de omgeving) dat wordt opgevangen in een zintuig.
In je zintuig wordt zo'n prikkel omgezet in een elektrisch stroompje, dat noem je een impuls
Slide 13 - Slide
Zintuigen reageren op ...
A
informatie
B
een impuls
C
een prikkel
D
dat waar je hersenen op willen reageren
Slide 14 - Quiz
Een ........ is een orgaan dat reageert op bepaalde invloeden uit de omgeving
Een bepaalde invloed uit de omgeving noemen we een ........
Zintuigcellen zetten prikkels om in ......
zintuig
prikkel
Impulsen
Zintuig
prikkel
impulsen
Slide 15 - Drag question
Wat is geen zintuig.
A
Gehoorzintuig
B
Gezichtszintuig
C
reukzintuig
D
Praatzintuig
Slide 16 - Quiz
Je hebt verschillende zintuigen. Welk zintuig hoort bij het oog?
A
gezichts zintuig
B
licht zintuig
C
gehoor zintuig
D
reuk zintuig
Slide 17 - Quiz
Bewust- wording
Impuls
Prikkel
Zintuig
Slide 18 - Drag question
wat is een impuls?
A
een elektrisch signaal
B
een zenuwcel
C
een hersenonderdeel
Slide 19 - Quiz
1
2
3
4
5
In de zintuigcellen ontstaan impulsen
De impuls wordt door zenuwen naar de hersenen geleid
De hersenen verwerken de impulsen van alle zintuigen
Je wordt je bewust van wat je waarneemt
Een prikkel komt via het zintuig in de zintuigcel terecht
Slide 20 - Drag question
Herhalen 3.2
- Hoe krijgen je ogen genoeg licht?
- Waardoor zie je altijd scherp?
Slide 21 - Slide
Het hoornvlies is een deel van het
Het licht wordt opgevangen door het
Het oog krijgt belangrijke stoffen via het
harde oogvlies
netvlies
vaatvlies
Slide 22 - Drag question
Lens
Pupil
Iris
Hoornvlies
Harde oogvlies
Vaatvlies
Netvlies
Glasachtig lichaam
Oogzenuw
Oogspier
Slide 23 - Drag question
Een lichtstraal valt op het oog.
Zet de onderstaande onderdelen van het oog, waar deze lichtstraal achtereenvolgens doorheen gaat, in de juiste volgorde: je kunt ze naar de juiste plaats slepen.
Lens
Hoornvlies
Glasachtig lichaam
Netvlies
pupil
Slide 24 - Drag question
Welke delen van het oog kunnen het oog draaien?
A
de oogleden
B
de oogzenuw
C
de oogspieren
D
de oogkas
Slide 25 - Quiz
Welk onderdeel van het oog beschermt je oog niet?
A
wenkbrauw
B
ooglid
C
wimper
D
hoornvlies
Slide 26 - Quiz
Om te zien moet er licht in je oog komen. Via welke onderdelen van het oog komt het licht in je oog?