Gezinsproblemen Les 2 Opvoeden en opvoedingsproblemen

Waar ging de vorige les ook alweer over?
1 / 33
next
Slide 1: Open question
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 3

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Waar ging de vorige les ook alweer over?

Slide 1 - Open question

This item has no instructions

Vandaag: Opvoeden en opvoedingsproblemen.
Wat is opvoeden?

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

Les 2 Opvoeden en opvoedingsproblematiek
  1. Wat is een veilige thuissituatie?
  2. Onveilige thuissituatie
  3. Gevolgen
  4. Wat is opvoeding?
  5. Een opgevoed kind
  6. Als de opvoeding niet goed gaat
  7. Opvoedingsproblemen: hulp
  8. Opvoedingsproblemen en gevolgen

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Doelen


  • De student weet wat er met een opvoedproces bedoeld wordt.
  • De student heeft zich georiënteerd op mogelijke oorzaken van gezinsproblemen.
  • De student heeft zich verdiept in een bepaald gezinsprobleem en dit uitgewerkt tot een presentatie voor de groep

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Praatvraag
Binnen de behandelde gezinsvormen, wat is veilig opgroeien?

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Veilige thuissituatie
Het kind krijgt/heeft/ leert:
  • een ontwikkeling die past bij de leeftijd
  • een goede verzorging
  • een veilige omgeving
  • structuur in zijn leven
  • respect
  • geborgenheid en steun van tenminste één volwassene
  • mensen in je omgeving die je ondersteunen en aanmoedigen
  • onderwijs
  • opvoeders die zelf niet al te grote problemen hebben waar ze de kinderen mee belasten
  • een gezonde seksuele ontwikkeling

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

In een veilige thuissituatie kan:
  • het kind spelen en leren, succes- en faalervaringen opdoen, een werkhouding aanleren.
  • het kind leren omgaan met emoties, gevoelens uiten, met tegenslag leren omgaan.
  • het kind zichzelf leren kennen en zelfvertrouwen opbouwen. Zijn ‘identiteit’ ontwikkelen.
  • het kind positieve relaties met anderen hebben: met ouders en bijvoorbeeld broers en zussen. Vriendschap met leeftijdgenoten en met andere volwassenen opbouwen en empathie ontwikkelen (inleven in een ander)
  • het kind zich aanpassen in verschillende situaties, begrijpen wat er van hem verwacht wordt. Leren om respect voor anderen te hebben.
  • het kind voor zichzelf leren zorgen en problemen op kunnen lossen. Zelf  leren veiligheid en risico’s in te kunnen schatten.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Thuis voel je je veilig als:

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

ONVEILIGE THUISSITUATIE
  • Als de ouder de zorg - tijdelijk - niet aankan, bijvoorbeeld door ernstige gedragsproblemen van het kind.
  • Omdat er veel verschillende problemen zijn in het gezin, bijvoorbeeld door schulden, verslaving en ruzies.
  • Bij psychiatrische problemen van een van de ouders.
  • Door kindermishandeling.
  •  Ontwikkeling kind wordt bedreigd vanwege het ontbreken van gezag, kaders, structuur en geborgenheid

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

GEVOLGEN ONVEILIG THUIS
Hoger risico op psychische en lichamelijke gezondheidsschade op volwassen leeftijd;
  • depressie
  • verslavingsproblemen
  •  spanningsklachten
  • moeite met het aangaan of behouden van relaties 
  • moeite met het beheersen van emoties.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Video

This item has no instructions

HULP BIJ ONVEILIGE THUISSITUATIE

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

OPVOEDING
(-sproblemen) Waar denk
je aan?

Slide 13 - Mind map

This item has no instructions

Wat is opvoeding?
Relatie tussen volwassenen en kinderen, thuis en daarbuiten.  Handelen van opvoeder:
  • gezag hebben: belonen of straffen, consequent zijn
  • voordoen
  • uitleggen
  • aanmoedigen, uitdagen (durven loslaten)
  • reflecteren
  • grenzen aangeven, structuur bieden
  • normen en waarden bijbrengen
  • op weg helpen naar zelfstandigheid, verantwoordelijkheid en volwassenheid

OPVOEDSTIJLEN? Welke ken je?

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Video

This item has no instructions

Een van de onderdelen van opvoeding is het zelfstandig maken van kinderen.
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Een van de uitgangspunten van opvoeding is het overdragen van regels en opvattingen.
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Een opgevoed kind:
  • heeft een eigen identiteit en mening
  • neemt verantwoordelijkheid voor zijn eigen gedrag
  • gaat respectvol om met anderen en zijn omgeving
  • neemt initiatief en gebruikt zijn talenten om een bijdrage te leveren aan de samenleving
  • past zich aan zonder zichzelf te verliezen

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Het geweten wordt door de opvoeding absoluut niet gevormd
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Is gedrag bepaald in de genen of door opvoeding?
A
Genen
B
Opvoeding
C
Beide

Slide 21 - Quiz

Indien het antwoord nee is dan blijf je verplicht voor het planning half uurtje
Persoonlijke vraag: met de info van de vorige dia's, kijk jij dan voor jezelf terug op een geslaagde opvoeding? Waarom wel/niet?

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Als de opvoeding niet goed gaat
Opvoeden is een omvangrijke en zeer verantwoordelijke taak.
  • Sommige ouders ervaren onzekerheid, stress en spanningen. 
  • Soms zijn ouders niet goed voorbereid op het ouderschap.
  • Soms hebben ouders te weinig kennis van de ontwikkeling van een kind
  • Spanning kan oplopen door ziekte, stoornis of gedragsproblemen van het kind
  • Stress door relatieproblemen, financiële zorgen of ontbreken van vangnet 
  • Ouders zijn laagbegaafd

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Sommige ouders ervaren stress en spanning als het gaat om ouderschap en/of zijn er niet goed op voorbereid. Hoe zou je dit kunnen voorkomen?

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Opvoedingsproblemen: hulp
Als de problemen niet meer binnen het gezin zelf opgelost kunnen worden. Er zijn interventies van buitenaf voor nodig:
  • CJG Centrum voor Jeugd en Gezin
  • Huisarts
  • Praktijkondersteuner, psycholoog, maatschappelijk werker of wijkteam. 
  • Opvoedpoli

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Video

This item has no instructions

Opvoedingsproblemen en gevolgen
  • dwars gedrag tot gedragsproblemen
  • grensoverschrijdend gedrag tot criminaliteit
  • bang zijn tot fobie
  • dipje tot depressie
  • plagen tot pesten
  • geen zin in school tot school verlaten
  • experiment tot drugs-en/of alcoholmisbruik
  • seksuele interesse tot seksuele grenzeloosheid
  • ongezonde leefstijl tot overgewicht


Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Waarom vallen opvoedingsproblemen tegenwoordig eerder op?
A
Omdat de gezinnen kleiner zijn en de opvoeding meer open.
B
Omdat de ouders niet meer weten hoe ze met hun kinderen om moeten gaan.
C
Omdat de gezinnen kleiner zijn en de ouders strenger.
D
Omdat kinderen vaker achter een schermpje zitten en minder vaak buiten spelen.

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een voorbeeld van opvoedingsproblemen?
A
regelmatig spijbelen
B
per ongeluk te laat komen
C
een eenmalige ruzie op het schoolplein

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

De begeleiding en opvoeding van een kind gebeurt eigenlijk alleen thuis.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Hand-out presentatie
Samen doornemen: volgende les beginnen

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Wat vond je van de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Poll

This item has no instructions