les 4.7 - aanwijzend en vragend voornaamwoord

1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

op tafel: IPad + leesboek
  • instapopdracht 1.1 online - (5 min.)
  • Lessonup - uitleg ( 10 min.)
  • Oefenen online (15 min.)
  • Exit ticket - Lessonup sleepvraag (5 min.)

Slide 4 - Slide

Vorige les: herhalen
telwoorden

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

4.7 grammatica
Lesdoel:
  • aanwijzend vnw
  • vragend vnw

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Welke vier aanwijzende voornaamwoorden zijn er?

Slide 10 - Open question

'die' hoort:
A
bij 'het' woorden het meisje
B
bij 'de' woorden de jongen

Slide 11 - Quiz

'dat' hoort:
A
bij 'het' woorden het meisje
B
bij 'de' woorden de jongen

Slide 12 - Quiz

'dit' hoort:
A
bij 'het' woorden
B
bij 'de' woorden

Slide 13 - Quiz

'deze' hoort:
A
bij 'het' woorden
B
bij 'de' woorden

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

vragend
voornaamwoord
aanwijzend voornaamwoord
Wat
heb
je
met
deze
boeken 
gedaan?

Slide 17 - Drag question

Maken: grammatica les 4.7 -  opd. 1 t/m 3 + 6 t/m 9
                                                                       
                                                                 
timer
10:00
Klaar? 

  • Leesboek
  • ander huiswerk
  • Cody Cross

Slide 18 - Slide

Aanwijzende voornaamwoorden
Vragende voornaamwoorden
Persoonlijk 
voornaamwoord
Bezittelijk
voornaamwoord
die
deze
zulk
wie
wat voor
welk
zo'n
diegene
ik
hij
ons
Haar
jullie
Zijn

Slide 19 - Drag question

Afsluiting
  • Huiswerk: les 4.7 opd. 1 t/m 3 + 6 t/m 9
  • Volgende les: les 4.7  : herhalen

Slide 20 - Slide