DE - HET - EEN
Een lidwoord (LW) staat nooit alleen. Het lidwoord staat altijd voor een zelfstandig naamwoord.
de en het zijn bepaalde lidwoorden, je gebruikt ze als het duidelijk is wat of wie je bedoelt: de jongen, het meisje.
een is een onbepaald lidwoord, je gebruikt het als het niet duidelijk is wat of wie je precies bedoelt: een jongen, een meisje