A3- week 1 les 1 Groep (venir)( Devenir) ( Revenir)

H3
week 1
Les 1
P.Budel
A3
Week 5 online
Les 1

1 / 20
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

H3
week 1
Les 1
P.Budel
A3
Week 5 online
Les 1

Slide 1 - Slide

Groep VENIR
    venir = komen
revenir = terugkomen 
devenir = worden

Slide 2 - Slide

Wat leren en hoe leren?
- Présent
- Passé composé
- Imparfait
- Futur Simple
Wat leren?

3 werkwoorden

In de:

Hoe leren?

- Stampen
- Hoe je altijd werkwoorden hebt     geleerd
- Flashcards
- Overschrijven
- Laten overhoren
- Hand erop
- SlimStampen

Slide 3 - Slide

Venir - Présent 
Nederlands
Frans
Ik kom
Je viens
Jij komt
Tu viens
Hij / Zij / Men komt
Il / Elle / On vient
Wij komen
Nous venons
Jullie komen / U komt
Vous venez
Zij komen
Ils / Elles viennent

Slide 4 - Slide


Jean et Paul (komen)
A
Jean et Paul vient
B
Jean et Paul vennent
C
Jean et Paul viennont
D
Jean et Paul viennent

Slide 5 - Quiz


wij komen

Slide 6 - Open question

Revenir en devenir - Présent
revenir = terugkomen                            devenir = worden
je reviens                                                     je deviens
tu reviens                                                    tu deviens
il/elle/on revient                                       il/elle/on devient
nous revenons                                         nous devenons
vous revenez                                             vous devenez
ils/elles reviennent                                ils/elles deviennent

Slide 7 - Slide

Venir - passé composé
Nederlands
Frans
Ik ben gekomen
Je suis venu(e)
Jij bent gekomen
Tu es venu(e)
Hij is gekomen / Zij is gekomen / Men is gekomen
Il est venu / Elle est venue / On est venu(e)(s)
Wij zijn gekomen
Nous sommes venu(e)s
Jullie zijn gekomen / U bent gekomen
Vous êtes venu(e)(s)
Zij zijn gekomen
Ils sont venus / Elles sont venues
Let op: venir wordt met être vervoegd, dus je moet soms iets aan het voltooid deelwoord toevoegen

Slide 8 - Slide


zij (m.) zijn teruggekomen
A
illes sont revenus
B
ils sont revenus
C
ils ont revenus
D
ils sont revenu

Slide 9 - Quiz


wij (v.) zijn gekomen

Slide 10 - Open question

Revenir en Devenir - passé composé
Revenir
Devenir
Je suis revenu(e)
Je suis devenu(e)
Tu es revenu(e)
Tu es devenu(e)
Il est revenu / Elle est revenue / On est revenu(e)(s)
Il est devenu / Elle est devenue / On est devenu(e)(s)
Nous sommes revenu(e)s
Nous sommes devenu(e)s
Vous êtes revenu(e)(s)
Vous êtes devenu(e)(s)
Ils sont revenus / Elles sont revenues
Ils sont devenus / Elles sont devenues
Let op: revenir en devenir worden ook met être vervoegd, dus je moet soms iets aan het voltooid deelwoord toevoegen

Slide 11 - Slide

Venir - Imparfait

Nederlands
Frans
Ik kwam
Je venais
Jij kwam
Tu venais
Hij /Zij /Men kwam
Il / Elle / On venait
Wij kwamen
Nous venions
Jullie kwamen /U kwam
Vous veniez
Zij kwamen
Ils / Elles venaient

Slide 12 - Slide


ik kwam
A
je venait
B
je venai
C
je vienais
D
je venais

Slide 13 - Quiz


jullie werden

Slide 14 - Open question

Revenir en Devenir - Imparfait

Revenir
Devenir
Je revenais
Je devenais
Tu revenais
Tu devenais
Il / Elle / On revenait
Il / Elle / On devenait
Nous revenions
Nous devenions
Vous reveniez
Vous deveniez
Ils / Elles revenaient
Ils / Elles devenaient

Slide 15 - Slide

Venir - Futur Simple (R)
Nederlands
Frans
Ik zal komen
Je viendrai
Jij zal komen
Tu viendras
Hij zal komen / Zij zal komen / Men zal komen
Il  / Elle / On viendra
Wij zullen komen
Nous viendrons
Jullie zullen komen / U zult komen
Vous viendrez
Zij zullen komen
Ils / Elles viendront

Slide 16 - Slide

jij zult terugkomen

Slide 17 - Open question

traduis: zij zullen komen
A
ils viendront
B
elle viendrai
C
il viendra
D
ils viendraient

Slide 18 - Quiz

Revenir en Devenir - Futur Simple (R)
Revenir
Devenir
Je reviendra
Je deviendra
Tu  reviendras
Tu deviendras
Il / Elle / On  reviendra
Il / Elle / On deviendra
Nous reviendrons
Nous deviendrons
Vous reviendrez
Vous deviendrez
Ils reviendront
Ils deviendront

Slide 19 - Slide

Au travail!
- Leren: groep venir blz: TB 27

- Maken: WB blz: 67 opdr: 26DEFG 

- VOCA: H blz: 85-86 F-N/ N-F

Slide 20 - Slide