What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Venir
Aujourd'hui
Le verbe venir
1 / 12
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
This lesson contains
12 slides
, with
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Aujourd'hui
Le verbe venir
Slide 1 - Slide
Venir
Onderwerp
Vorm
Nederlands
Je
viens
Ik kom
Tu
viens
Jij komt
Il / Elle / On
vient
Hij / Zij komt
Nous
venons
Wij komen
Vous
venez
Jullie komen
Ils / Elles
viennent
Zij komen
Slide 2 - Slide
Weet je nog?
Passé composé : hulpww avoir of être + voltooid deelwoord.
Voltooid deelwoord :
er --> é Parler --> parlé
ir --> i Choisir --> choisi
re --> u Vendre --> vendu
Slide 3 - Slide
Venir
Maar ! Venir is onregelmatig
Venir --> venu
Venir heeft als hulpww être. Denk aan het Nederlands.
Dat betekent dat jullie een extra e of s moeten toevoegen bij het einde als het onderwerp vrouwelijk / mannelijk.
Elle est allé
e
, nous sommes allé
s
, elles sont allé
es
Slide 4 - Slide
Venir
Onderwerp
Vorm
Nederlands
Je
suis venu(e)
Ik ben gekomen
Tu
es venu(e)
Jij bent gekomen
Il / Elle / On
est venu(e)
Hij / Zij is gekomen
Nous
sommes venu(e)s
Wij zijn gekomen
Vous
êtes venu(e)(s)
Jullie zijn gekomen
Ils / Elles
sont venu(e)s
Zij zijn gekomen
Slide 5 - Slide
Imparfait (verleden tijd)
Venir -
nous - vorm minus ons = stam
ven-
+ uitgangen: ais, ais, ait, ions, iez, aient
Slide 6 - Slide
Venir
Onderwerp
Vorm
Nederlands
Je
venais
Ik kwam
Tu
venais
Jij kwam
Il / Elle / On
venait
Hij / Zij kwam
Nous
venions
Wij kwamen
Vous
veniez
Jullie kwamen
Ils / Elles
venaient
Zij kwamen
Slide 7 - Slide
Futur simple
Futur
Hele werkwoord (zonder de laatste r voor -re ww) + de uitgangen van avoir van de présent.
(ai, as, a, ons, ez, ont)
Maar venir is onregelmatig, de stam is "viendr"
Slide 8 - Slide
Venir
Onderwerp
Vorm
Nederlands
Je
viendrai
Ik zal komen
Tu
viendras
Jij zal komen
Il / Elle / On
viendra
Hij / Zij zal komen
Nous
viendrons
Wij zullen komen
Vous
viendrez
Jullie zullen komen
Ils / Elles
viendront
Zij zullen komen
Slide 9 - Slide
Futur simple
De werkwoorden devenir en revenir worden op dezelfde manier vervoegd.
je deviendrai
je reviendrai
Slide 10 - Slide
Devenir
Présent
Passé composé
Imparfait
Futur s.
Je
deviens
suis devenu(e)
devenais
deviendrai
Tu
deviens
es devenu(e)
devenais
deviendras
Il /Elle /On
devient
est devenu(e)
devenait
deviendra
Nous
devenons
sommes devenu(e)s
devenions
deviendrons
Vous
devenez
êtes devenu(e)(s)
deveniez
deviendrez
Ils/Elles
deviennent
sont devenu(e)s
devenaient
deviendront
Slide 11 - Slide
Revenir
Présent
Passé composé
Imparfait
Futur s.
Je
reviens
suis revenu(e)
revenais
reviendrai
Tu
reviens
es revenu(e)
revenais
reviendras
Il /Elle /On
revient
est revenu(e)
revenait
reviendra
Nous
revenons
sommes revenu(e)s
revenions
reviendrons
Vous
revenez
êtes revenu(e)(s)
reveniez
reviendrez
Ils/Elles
reviennent
sont revenu(e)s
revenaient
reviendront
Slide 12 - Slide
More lessons like this
H.2 Spreken & Venir
February 2021
- Lesson with
18 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 3
H3G 13-04-2021 voorbereiding toets
April 2021
- Lesson with
24 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H3 WW Chapitre 2
March 2022
- Lesson with
41 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Grammatica Chapitre 2 3HV
November 2020
- Lesson with
24 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
A3 WW Chapitre 2
March 2022
- Lesson with
42 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Chpt 2 - herhaling Grammatica - 3HV
December 2021
- Lesson with
25 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
3HV ww Venir uitleg + oefenen
January 2021
- Lesson with
38 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Grammatica Chapitre 2 3HV
November 2020
- Lesson with
21 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3