Deze toets maak je in LessonUp. Zorg er voor dat je de toets inlevert wanneer je klaar bent.
Succes!
1 / 24
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1
This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
PW H5 (B)
Deze toets maak je in LessonUp. Zorg er voor dat je de toets inlevert wanneer je klaar bent.
Succes!
Slide 1 - Slide
Tik de goede letter aan. De tijd van ontdekkers en hervormers was van:
A
1400 - 1500
B
1500-1600
C
1600-1700
D
1700-1800
Slide 2 - Quiz
Welke continenten waren er voor het jaar 1400 al ontdekt? Sleep ze naar het goede vakje.
Al ontdekt voor 1400.
Ontdekt na 1400
Amerika
Afrika
Europa
Slide 3 - Drag question
Welke van de volgende drie kaarten toont de route van Columbus? (Klik op het oogje om de kaart goed te bekijken)
A
Kaart A
B
Kaart B
C
Kaart C
Slide 4 - Quiz
Waarom had Columbus zoveel problemen om personeel te vinden voor op zijn schip?
A
De reis was veel te lang
B
Het eten aan boord was niet erg lekker
C
Veel mensen waren bang van de wereld te vallen
D
Er gingen te veel misdadigers mee
Slide 5 - Quiz
Leg uit waarom het voor de indianen geen goed nieuws was dat de Europeanen kwamen.
Slide 6 - Open question
Een reden om op ontdekkingsreis te gaan was...
A
goud
B
peper
Slide 7 - Quiz
Dat (antwoord vorige vraag) kwam uit...
A
Indië
B
Amerika
Slide 8 - Quiz
Vul de ontbrekende woorden in: (...) vertrok in (...) naar (...).
A
Vespucci, 1499, Indië
B
Vespucci, 1492, Amerika
C
Columbus, 1499, Indië
D
Columbus, 1492, Indië
Slide 9 - Quiz
Vul de juiste woorden in: (...) dacht dat hij (...) had ontdekt, maar hij had zich vergist. Het was een nieuw, onbekend continent: (...)
A
Columbus - Indië - Amerika
B
Columbus - Amerika - Indië
C
Vespucci - Indië - Amerika
D
Vespucci - Amerika - Indië
Slide 10 - Quiz
Welke zin hoort bij welk plaatje? Versleep de woorden.
Ontdekkingsreizen waren erg gevaarlijk
Fillips II vervolgde ketters met harde hand.
Deze Amerikaanse plant werd door de ontdekkingsreizigers meegenomen naar Europa.
Slide 11 - Drag question
Waarom kwam er na 1500 een splitsing in de christelijke kerk?
A
De kerk had geen geld meer, dus moesten ze uit elkaar
B
De kerk wilde niet veranderen en daarom viel de kerk uiteen.
C
De kerk was veroverd door de kruistochten
D
De kerk was vernietigd door de Nederlandse Opstand
Slide 12 - Quiz
Katholiek of protestant? Versleep de woorden.
Katholiek
Protestant
Paus
beeldenstorm
dure beelden
kritiek
Maarten Luther
eenvoudige kerk
Slide 13 - Drag question
Welke zin hoort bij de strip? Klik het oogje aan. In deze strip maken boeren zich druk om het gedrag van monniken.
A
Op de strip zie je een OORZAAK van de splitsing van het christendom.
B
Op de strip zie je een GEVOLG van de splitsing van het christendom.
Slide 14 - Quiz
Wat hoort bij edelen en wat hoort bij Filips II?
Edelen
Fillips II
Alle kleine bazen beslissen zelf.
De baas van één machtig groot rijk.
Regeren over kleine stukjes land
Er is maar één grote baas
Veel kleine bazen regeren samen over het land.
De grote baas neemt alle beslissingen.
Slide 15 - Drag question
Lees bron door op het oogje te klikken. Welke bedoeling had de schrijver met deze tekst?
A
Hij wilde duidelijk maken dat Alva eerlijk was.
B
Hij wilde zeggen dat Alva waanzinnig was.
C
Hij wilde iedereen aansporen tegen God te vechten.
D
Hij wilde dat iedereen in opstand kwam tegen Alva en zijn troepen.
Slide 16 - Quiz
Welke zin is juist?
A
Filips II was een Spaanse edelman.
B
Filips II was een Nederlandse edelman.
C
Filips II was een Nederlandse koning en baas over Spanje.
D
Filips II was een Spaanse koning en de baas over de Nederlanden.
Slide 17 - Quiz
Noteer of de zin juist is of onjuist.
Juist
Onjuist
De leider van de Nederlandse opstand was Willem van Oranje.
Amerigo Verspucci kwam er achter dat Columbus geen Indië had ontdekt, maar een nieuwe wereld.
Katholieken moeten van de priester zelf de bijbel lezen.
De paus verkocht aflaten, zodat hij geld kreeg voor de bouw van een kerk.
De Europeanen namen mais, tomaten en cacaobonen mee naar Amerika.
Slide 18 - Drag question
Marcus van Vaernewijck, schepen van Gent, schreef in 1566: ‘Het razende gepeupel liep door de cellen en de zolders. Ze braken er stenen potten, de kannen, de glazen en de stoelen, alles werd stuk gesmeten. Alle kaarsen vertrappelden ze, geen glasraam bleef heel. Op een onbeschrijflijke manier verwoestten ze de kerk. Niets bleef gespaard.’
Van welke gebeurtenis was Van Vaernewijck getuige?
Slide 19 - Open question
Welk begrip hoort bij de beschrijving? "Christen die het niet met de regels van de katholieke kerk eens is"
A
Aflaat
B
Paus
C
Protestant
D
Republiek
Slide 20 - Quiz
Welk begrip hoort bij de beschrijving? Land zonder koning, maar waar een president of een groep mensen de baas is.
A
Aflaat
B
Paus
C
Protestant
D
Republiek
Slide 21 - Quiz
Welk begrip hoort bij de beschrijving? Mensen die in Amerika woonden voordat Columbus het continent ontdekt had.
A
Ontdekkingsreis
B
Indianen
C
zeilschip
D
Opstand
Slide 22 - Quiz
Welk begrip hoort bij de beschrijving? Iemand die goed geleefd heeft en daarom door katholieken wordt vereerd als een soort kleine god.
A
Ontdekkingsreis
B
Indianen
C
Heilige
D
Edele
Slide 23 - Quiz
Welk begrip hoort bij de beschrijving? Stuk papier dat je bij een priester kon kopen, alles dat je had fout gedaan was dan vergeven