H1 oefenen toets 4.1 t/m 4.4

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

De Franken: geweld en geloof

Tijdvak van de monniken en ridders 

Deze les

Hw bespreken

Uitleg toets volgende week 

Quizvragen

Zelf leren

Taboewoord

Toets 4.1 t/m 4.4

Leren:

-Begrippen

-Chronologie

-Hoofdlijnen uit de paragraaf -> gebruik deelvraag!

-Oefen met opdrachten

Hw bespreken

Hw was: 4.4: 7, 8, 10, 11

Tijdens de toets

-Lees goed wat je moet doen

-Verwijs naar de bron

-Leg je antwoord uit als dat moet

Voorbeeld

Is de maker een voor of tegenstander van het christendom?

De maker is een tegenstander van de bron. Dit zie ik omdat hij slecht spreekt over het christendom. Hij noemt het christendom 'achterlijk' en 'slecht'. 

Bij geschiedenis moeten we bronnen uit het verleden onderzoeken. Welke vragen kan een onderzoeker stellen wanneer hij wilt weten of de informatie uit een bron betrouwbaar is of niet? Noem er één.

De vroege middeleeuwen (tijd van monniken en ridders) loopt van ... tot ... ?

1. 500 v. Chr. tot 1000 n. Chr.
2. 500 n. Chr. tot 1000 n. Chr.
3. 1000 n. Chr. tot 1500 n. Chr.
4. 1000 v. Chr. tot 500 n. Chr.

Wie was de machtigste koning van de Franken?

1. Willibrord
2. Augustinus
3. Clovis
4. Karel de Grote

Wat was het feodale stelsel of het leenstelsel?

1. Een stelsel waarbij een leenheer land uitleende aan horigen
2. Een stelsel waarbij de koning zijn land onder de geestelijkheid verdeelde
3. Een stelsel waarbij een leenman zijn land aan een leenheer uitleende
4. Een stelsel waarbij een koning zijn land uitleende aan leenmannen

Twee stellingen:
1. De leenmannen moesten trouw beloven aan de leenheer
2. De leenmannen konden de grond ook weer verdelen en zo ook zelf leenheer worden

1. Stelling 1 is juist
2. Stelling 2 is juist
3. Stelling 1 en 2 zijn juist
4. Stelling 1 en 2 zijn onjuist

Leg uit waarom Karel de Grote het leenstelsel gebruikte voor zijn bestuur. Ten minste twee goede redenen.

Noem twee elementen uit deze afbeelding die duiden op een autarkie

Stelling:
Herendiensten zijn de taken die een horige moest doen voor zijn heer, bijvoorbeeld hout sprokkelen, het land van de heer bewerken, of bouwen aan het kasteel van de heer.

1. Juist
2. Onjuist

Wat moest de horige doen voor de heer, naast de herendiensten?

Een missionaris is iemand die mensen bekeert tot de Islam

1. juist
2. onjuist

Wat is een kerkvader?

Wat is kerstenen?

1. Kerstmis vieren
2. mensen bekeren tot het christendom
3. mensen doden die christen zijn
4. mensen bekeren tot de heidense religies

Leg uit waarom het voor missionarissen verstandig was om eerst te proberen de edelen te kerstenen?

Waar is de islam ontstaan?

1. in de stad Mekka op het Arabisch schiereiland
2. in de stad Jeruzalem in het huidige Israël
3. in de stad Constantinopel in het huidige Turkije
4. in de stad Medina op het Arabisch schiereiland

Mohammed is...

1. De stichter en belangrijkste profeet van de islam
2. De stichter van de islam en de zoon van God
3. De belangrijkste profeet van de islam en de zoon van God
4. Hetzelfde als Allah

Waarom was de Islam niet zo streng tegenover christenen en joden?

Zelf leren!

-Vragen stellen

-Paragrafen leren / samenvatten

-Opdrachten doornemen

-Begrippen leren

-Tijdbalk maken

-Filmpjes kijken uit de weekplanners 

Taboewoord

Neem begrippenlijst voor je

Kies een begrip uit

Schrijf twee trefwoorden op bij dat begrip