Toetsvoorbereiding hoofdstuk 4

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

De Vroege Middeleeuwen

Wat moet je leren?

• Hoofdstuk 4: de tijd van Monniken en Ridders (de laatste paragraaf niet).
• De lessonUps.
• Jouw aantekeningen.
• Oefentoets.

Wat moet je kennen?

• Begrippen.
• Het domeinstelsel (horigen, herendiensten, ridders).
• Het leenstelsel (leenheer, leenman, achterleenman).
• Standensamenleving (geestelijkheid, adel, 'de rest').
• De verspreiding van het Christendom (monnik, non, klooster, missionaris).
• Het ontstaan van de Islam (Mohammed, de Vijf Zuilen).

Leg in je eigen woorden uit wat het domeinstelsel is.

Leg uit waarom mensen in het domeinstelsel wilden leven.

Wat zijn horigen?

Wat zijn herendiensten? Noem ook een voorbeeld van een herendienst.

Leg in je eigen woorden uit wat het leenstelsel is en waarom dit werd gebruikt in de middeleeuwen.

Sleep op de juiste plaats. 

2 antwoorden gaan over de zwarte en groene pijltjes.

...

...

...

...

...

Leenheer

Leenmannen

Achterleenmannen

Trouw + ridders

Land (macht)

Noem twee taken van een monnik of non.

Wat is een missionaris?

Wie was Bonifatius? Noem twee belangrijke momenten uit zijn leven.

De middeleeuwse samenleving bestond uit standen. Welke standen waren er?

Eerste stand

Tweede stand

Derde stand

Geestelijkheid

Adel

De rest

622 is een erg belangrijk jaar als het gaat over het ontstaan van de Islam. Wat is er in 622 gebeurd?

Noem drie leefregels van de Islam.

Noem 2 overeenkomsten en twee verschillen tussen de Islam en het Jodendom of Christendom.