2T taalverzorging H4 lastige werkwoorden en H5 bijwoordelijke bepaling

Vul de zin aan

Deze week wordt zo ... als ...
timer
1:00
1 / 32
next
Slide 1: Open question
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Vul de zin aan

Deze week wordt zo ... als ...
timer
1:00

Slide 1 - Open question

Taalverzorging H4 en H5
lastige werkwoorden
bijwoordelijke bepaling

Slide 2 - Slide

Programma
Over de fictieopdracht en het huiswerk

herhalen lastige werkwoorden (quiz)

uitleg bijwoordelijke bepaling (quiz)

Opdrachten maken (15 min)

LAATSTE QUIZVRAAG

Afronden

Slide 3 - Slide

De fictieopdracht en het huiswerk
Vanmiddag de cijfers online! Beoordeling staat dan in ELO -> opdrachten.

Het huiswerk:

Slide 4 - Slide

HERHALING LASTIGE WERKWOORDEN

Slide 5 - Slide

Kies het juiste woord:

Patrick ... al zijn vrije tijd aan Minecraft.
timer
0:30
A
besteed
B
besteet
C
besteedt

Slide 6 - Quiz

Kies het juiste woord:

... jij je netjes aan voor je naar online school gaat?
timer
0:30
A
kleed
B
kleet
C
kleedt

Slide 7 - Quiz

Kies het juiste woord:

Carper heeft zich in de deadline ...
timer
0:30
A
vergisd
B
vergist
C
vergisdt

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Hoezo lastig dan?!
Werkwoorden kun je in drie werkwoordsvormen opschrijven
tegenwoordige tijd, verleden tijd en voltooide tijd.
Ik lach
ik lachte
ik heb gelachen.... OK?

Slide 10 - Slide

Hoezo lastig dan?!
Sommige werkwoorden klinken in de tegenwoordige tijd en voltooide tijd hetzelfde, maar schrijf je anders.
Tim verstuurt een berichtje.
Tim heeft een berichtje verstuurd

Slide 11 - Slide

Hoezo lastig dan?!
Sommige werkwoorden klinken in de tegenwoordige tijd en voltooide tijd hetzelfde en schrijf je ook nog eens hetzelfde.

Meneer Van den Bos gebruikt een hamer. 
Meneer Van den Bos heeft een hamer gebruikt

Slide 12 - Slide

Samengevat
Sommige werkwoorden lijken in de tt en het vd op elkaar.
Bepaal welke vorm het is en kies de juiste uitgang. 

tt alleen -t toevoegen
vd -d of -t door verlengproef of ezelsbrug
verlengproef: verhuisd, want verhuisde
ezelsbrug: verkocht, want h zit in 't ex-fokschaap

Slide 13 - Slide

Bijwoordelijke bepaling
taalverzorging grammatica H5

Grammatica zinsdelen

Laatste zinsdeel van dit schooljaar!

Slide 14 - Slide

Grammatica zinsdelen
We hebben geleerd om zinnen te ontleden tot en met het meewerkend voorwerp.

Ik  / speel / een liedje / voor mijn vriendin. 
ow: Ik
wg: speel
lv: een liedje
mv: voor mijn vriendin

Slide 15 - Slide

Welk zinsdeel?

Ik heb gisteren 'een les' voorbereid.
timer
0:30
A
ow
B
lv
C
mv
D
ander zinsdeel

Slide 16 - Quiz

Welk zinsdeel?

Ik heb 'gisteren' een les voorbereid.
timer
0:30
A
wg
B
lv
C
mv
D
ander zinsdeel

Slide 17 - Quiz

De bijwoordelijke bepaling
De zinsdelen die overblijven zijn bijwoordelijke bepaling.
Wat 'bijwoordelijke bepaling' betekent is wat ingewikkeld maar:

De bijwoordelijke bepaling zegt iets over het werkwoordelijk gezegde in de zin, kijk maar:

Ik heb gisteren een les voorbereid.
Thuis geef ik les aan de girls and boys.
Met mijn vriendin eet ik een bord spaghetti.
Over 10 jaar kunnen we alle kennis uploaden naar ons brein

Slide 18 - Slide

Wat is de bijwoordelijke bepaling in deze zin?

Op dinsdag en vrijdag geef ik les aan 2T1. <3

timer
0:30
A
op dinsdag en vrijdag
B
ik
C
les
D
aan 2T1

Slide 19 - Quiz

Wat is de bijwoordelijke bepaling in deze zin?

De school is dicht vanwege slecht weer.

timer
0:30
A
De school
B
is
C
dicht
D
vanwege slecht weer

Slide 20 - Quiz

De bijwoordelijke bepaling
Een bijwoordelijke bepaling geeft antwoord op vragen zoals: waar? Waarheen? Waarom? Waarvandaan? Hoe? Van wie?
Zegt iets over het werkwoordelijk gezegde (of stelt daar een vraag over). 

Op dinsdag en vrijdag geef ik les aan 2T1. - wanneer?
De school is dicht vanwege slecht weer. - waarom?
Wanneer is het vakantie? - bevraagd het wg.



Slide 21 - Slide

Wat is de bijwoordelijke bepaling?

Aan mijn broer vertel ik een mop.
timer
0:30
A
aan mijn broer
B
ik
C
een mop
D
geen aanwezig?

Slide 22 - Quiz

Wat is de bijwoordelijke bepaling?

Op zondag ga ik met mijn vriendin op de fiets naar het strand.
timer
0:30
A
Op zondag
B
met mijn vriendin
C
op de fiets
D
naar het strand

Slide 23 - Quiz

Bijwoordelijke bepaling
Je kunt meerdere bijwoordelijke bepalingen in een zin hebben.
Je hebt niet altijd een bijwoordelijke bepaling in een zin.

Op zondag ga ik met mijn vriendin op de fiets naar het strand.

Aan mijn broer vertel ik een mop.


Slide 24 - Slide

Bijwoordelijke bepaling
Ik / heb / op de bank / een koekje/ gegeten. 
ow: ik
wg: heb gegeten
lv: een koekje
mv: -
bwb: op de bank


Slide 25 - Slide

Bijwoordelijke bepaling
Op zondag  / ga / ik / met mijn vriendin / op de fiets / naar het strand.
ow: ik
wg: ga
lv: -
mv: -
bwb: op zondag
bwb: met mijn vriendin
bwb: op de fiets
bwb: naar het strand

Slide 26 - Slide

Samengevat
De zinsdelen die overblijven zijn bijwoordelijke bepaling.

De bijwoordelijke bepaling zegt iets over het werkwoordelijk gezegde in de zin.

Een bijwoordelijke bepaling geeft antwoord op vragen zoals: waar? Waarheen? Waarom? Waarvandaan? Hoe? Van wie?

Je kunt meerdere bijwoordelijke bepalingen in een zin hebben, maar je hebt niet altijd een bijwoordelijke bepaling in een zin.
Je benoemt de bijwoordelijke bepaling als laatste van de zinsdelen (bwb).

Slide 27 - Slide

AAN DE SLAG
15 MINUTEN

Maak van Taalverzorging H4 lastige werkwoorden opdracht 5.
Maak van taalverzorging H5 bijwoordelijke bepaling opdracht 1, 2 en 3
via NN-online

Blijf online in Teams voor vragen, de laatste quizvraag en afronden.

Slide 28 - Slide

DE LAATSTE QUIZVRAAG

Slide 29 - Slide

Wat is/zijn de bijwoordelijke bepaling(en) in deze zin?

Wie heeft het meeste geld op planeet aarde?
timer
0:30
A
wie
B
op planeet aarde
C
wie en planeet aarde
D
Elon Musk

Slide 30 - Quiz

AFRONDEN

Slide 31 - Slide

GOOI JE IDEE VOOR DE LES VAN VRIJDAG

Slide 32 - Mind map