BS 4: Cellen

• Biologie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Welkom!

Telefoon in je tas

Ga op je plek zitten

Log in bij LessonUp en open je boek op blz. 116

Planning

• Terugblik
• Leerdoelen
• Uitleg BS 4
• Oefenen met BS 4
• Huiswerk
• Afsluiting

Terugblik

Galgje

Speel met je buurman/buurvrouw galgje.

Raad je het woord? Leg het antwoord 

dan uit.

Leerdoelen

• Je kunt delen van dierlijke cellen benoemen met hun   kenmerken en functies.
• Je kunt delen van plantaardige cellen benoemen met hun   kenmerken en functies.
  

BS 4: Cellen

Van organisme naar cel

Dierlijke cellen

Celmembraan: dun vlies wat de cel bij elkaar

houdt.

Cytoplasma: dikke vloeistof in de cel.

Celkern: regelcentrum van de cel.

Kernmembraan: de buitenkant van de 

celkern.

Verschillende typen

De vorm heeft te maken met functie.

- Welke cellen zijn dit?

- Waarom hebben ze deze vorm?

Plantaardige cellen

Plantaardige cellen

Celwand: zorgt voor stevigheid.

Vacuole: blaasje gevuld met vocht. Opslag van

stoffen en stevigheid.

Plastiden: Korrels met een speciale functie.

Plastiden

- Bladgroenkorrels

- Groene delen van de plant.

- Fotosynthese

Plastiden

- Kleurstofkorrels

- Bloemen en vruchten

- Geven de opvallende kleur

Plastiden

- Zetmeelkorrels

- Zitten in bijv. aardappels

- Slaan zetmeel op

Denk je dat een bladgroenkorrel kan veranderen in een kleurstofkorrel? waarom wel/waarom niet?

Ja

Nee

Plastiden kunnen overgaan

Celorganellen

Alle onderdelen van de cel met een eigen functie heten celorganellen.

Zijn er nog vragen?

Dierlijke cel

Plantaardige cel

Celkern

Celkern

Vacuole

Bladgroenkorrels

Cytoplasma

Cytoplasma

Celwand

Celmembraan

Celmembraan

Huiswerk

Maak van 2.4 opdracht 1 t/m 8 (blz. 119)

Weet je een vraag niet? Lees de tekst nog eens. Vraag het daarna pas aan de docent.

Klaar? Kijk je huiswerk na, flitskaarten, test jezelf,

Biologiepagina, lees de basisstof nog eens