Griekse toneelstukken

KCV Griekse toneelstukken
1 / 13
next
Slide 1: Slide
Klassieke Culturele VormingMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

KCV Griekse toneelstukken

Slide 1 - Slide

Lesdoel

Aan het eind van deze les ken je de kenmerken van Griekse tragedies en komedies en ken je hun bekendste schrijvers.

Slide 2 - Slide

Wat waren ook alweer de verschillen tussen Griekse en Romeinse theaters?

Slide 3 - Open question

Tragedies
  • vaak over Griekse mythologie
  • over morele kwesties
  • drie acteurs en koor
  • alleen mannen op toneel
  • muziek (koor en instrumenten)
  • vaste structuur (proloog, epeisodia, exodos), 1 locatie
  • dood buiten beeld, deus ex machina

Slide 4 - Slide

"de grote 3"
  • de bekendste 3 tragedieschrijvers
  • Aeschylus: 90 geschreven, 7 bewaard (2 acteurs en koor in stuk. Koor betrokken) bekendste werk: Oresteia (trilogie, Agamemnon is deel 1)
  • Sophocles: 123 geschreven, 7 bewaard (3 acteurs en koor. Koor geeft commentaar) bekendste werken: Oedipus, Antigone
  • Euripides: 92 geschreven, 18 bewaard (meer psychologische stukken) bekendste werken: Medea, Elektra
  • Zie het filmpje voor meer uitleg in animatievorm over twee van deze schrijvers en tragedies.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Noem 2 kenmerken van tragedies en één van "de grote 3" tragedieschrijvers

Slide 7 - Open question

Komedie
  • grappig, maar ook kritiek! volkomen absurde situaties
  • gebruikt elementen uit religie, maar niet over mythes
  • tijdens de Dionysia (festival Athene)
  • alleen mannen op het toneel, met maskers en kostuums andere rollen
  • drie acteurs voor alle spreekrollen, de rest is koor (soms als dieren)
  • meerdere rollen en dus snelle veranderingen en herkenbare kostuums en maskers nodig!
  • komedies werden gespeeld in dezelfde theaters als tragedies
  • nog maar 12 bewaard gebleven! (11 van Aristophanes)

Slide 8 - Slide

Komedie
vaste structuur:
  • parados: door 24ledig-koor (vaak gek gekleed en waar het stuk naar vernoemd is). Veel dansen en muziek.
  • agon: woordenwisseling tussen acteurs met fantastische plot elementen en snelle scènewisselingen
  • parabasis: koor spreekt direct tegen het publiek en spreekt als de schrijver. 
  • exodos: koor doet nog een optreden met liederen en dans

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Wie is de komedieschrijver
A
Sophocles
B
Euripides
C
Aristophanes
D
Aeschylus

Slide 11 - Quiz

Noem een verschil tussen tragedies en komedies:

Slide 12 - Open question

Huiswerk
- Maak de vragen op GC over Griekse tragedies en komedies.
- Kies 1 van de 3 stukken op GC, lees deze en maak er een samenvatting bij.

Slide 13 - Slide