Theater in de Oudheid

THEATER IN DE OUDHEID

1 / 34
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

THEATER IN DE OUDHEID

Slide 1 - Slide

Theater in de Oudheid

Slide 2 - Mind map

Waarom worden toneelstukken uit de Oudheid nog steeds opgevoerd?

Slide 3 - Open question

Inhoud
  1. De Grote Dionysia
  2. De Grote Drie
  3. De Tragedie
  4. De Komedie
  5. Het theater

Slide 4 - Slide

1. De Grote Dionysia

Slide 5 - Slide

1. De Grote Dionysia
Organisatie
  • Toneelfestival in Dionysustheater (Athene, 5e eeuw v. Chr.)
  • 5 dagen eind maart (lente / extra publiek)
  • Voor mannen toegankelijk
  • Wedstrijd
  • sponsoring door rijke mannen

Slide 6 - Slide

Aan de voet van de Akropolis
17.000 zitplaatsen (330 v.Chr.)

Slide 7 - Slide

1. De Grote Dionysia
Organisatie
  • Dag 1         Beeld van Dionysus naar theater

  • Dag 2-4    3 dagen met tragedies
                          Elke dag trilogie + satyrspel van 1 auteur
                          Elke dag afgesloten met 1 komedie

  • Dag 5        Optocht, offers & prijsuitreiking


Slide 8 - Slide

1. De Grote Dionysia
Toneelstukken
  • 900 tragedies, 300 komedies (5e/4e eeuw)
  • Weinig tot geen reprises
  • Slechts 44 werken van 4 auteurs overgeleverd


       Aeschylos, Sophocles, Euripides     (tragedie)

      Aristophanes                                             (komedie) 


Slide 9 - Slide

2. De Grote Drie

Slide 10 - Slide

Aeschylos (525-456)
  • 90 tragedies
  • 7 over (trilogie Oresteia)
  • Uitheemse kostuums/dans
  • 2 acteurs, grote rol koor
  • Geen toeval, maar invloed
      van goddelijke gerechtigheid


Slide 11 - Slide

Sophocles (495-406)
  • 123 stukken
  • 7 tragedies overgeleverd
  • 24x eerste prijs
  • Introductie 3e acteur
  • Koor heeft commentaarfunctie
  • Aandacht voor karakter van
     personages

Slide 12 - Slide

Euripides (480-406)
  • 92 tragedies
  • 18 overgeleverd
  • Slechts 5x eerste prijs
  • Griekse Verlichting (na Salamis)
  • Grote nadruk op psychologie van
      de personages (vrouwen)

     --> mens is verantwoordelijk

Slide 13 - Slide

3. De Tragedie

Slide 14 - Slide

Waaraan denk je bij
het genre tragedie?

Slide 15 - Mind map

Zoek op
  1.  Waar komt de term tragedie / tragoidia   vandaan?
  2. Hoe evolueert de tragedie van alleen zang naar ook toneel?
  3. Welke stof en thema's behandelen tragedies?
  4. Welke opbouw heeft een tragedie? ( Zoek Griekse termen!)
Antwoord vraag 4: proloog (voorwoord/opening), parodos (koor/acteurs komen op), epeisodion (acteren), stasimon (koorlied), exodos (afsluiting)

Slide 16 - Slide

Waar komt de term tragedie vandaan?
A
Menselijke ellende
B
Dansgroep
C
Bokkenzang
D
Toneelspeler

Slide 17 - Quiz

Hoe ontstaat de uitbeelding van een verhaal in de klassieke tragoidia?

Slide 18 - Open question

Welke stof en thema's behandelen tragedies?

Slide 19 - Open question

Wat is de juiste volgorde?
A
Proloog-epeisodion-parodos-stasimon (4x) - epiloog - exodos
B
Proloog-parodos-epeisodion-stasimon (4x) - exodos - epiloog
C
Parodos-proloog-epeisodion-stasimon-exodos-epiloog
D
Proloog-parodos-Epeisodion-stasimon-epiloog-exodos

Slide 20 - Quiz

4. De Komedie

Slide 21 - Slide

4. De Komedie
  • Komos  (feestelijke optocht voor Dionysius)
  • Revue met zang, dans, toneel (van slecht naar goede afloop)
  • Woordgrappen (poep,pies,seks), satire, maatschappijkritiek
  • Bizarre kostuums
  • Aristophanes Vogels, kikkers, Acharniers

Slide 22 - Slide

1

Slide 23 - Video

01:45
Welke onderdelen van satire herken je?

Slide 24 - Mind map

1

Slide 25 - Video

01:47
Welke onderdelen van satire herken je hier?

Slide 26 - Mind map

5. Het theater

Slide 27 - Slide

Zoek op, teken en beschrijf
  • Theatron
  • Orchestra
  • Skènè
  • Parodos

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

Special effects
  • Deus ex machina

  • Ekkuklema

  • Geluidseffecten

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Video

Zoek en vind
1)  Maak groepen van 3 of 4.
2) Kies een van onderstaande tragedies.
2) Noem auteur, vat samen en maak een lijst van personages.

Antigone                                          Oedipus rex
Medea                                               Elektra
Iphigeneia in Aulis                      Bacchanten (Bacchae)

Slide 34 - Slide