G2MH 14-3-2025 - Uitleg 'Project gs/ne'

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Vakoverstijgend project geschiedenis en Nederlands

De opdracht

• Je werkt in tweetallen of individueel;
• Je maakt een historische krant over de Tweede Wereldoorlog;
• Eindresultaat: een prettig leesbare, complete krant met een aansprekende lay-out. 

Projectdoel:

• Je leert samenwerken;
• Je leert hoe je moet plannen en je aan je planning te houden;
• Je leert werken met een checklist.

Lesdoel:

• Je weet wat de vakoverstijgende opdracht is.

Project

1. Lees een boek over de Tweede Wereldoorlog;
2. Maak een historische krant;
3. Geef een beschrijving van het leven van een persoon tijdens de Tweede Wereldoorlog uit Nederland;
4. Schrijf een artikel over de Jodenvervolging;
5. Maak een tijdlijn over het leven van Anne Frank;
6. Overige onderdelen.

Inhoud 'historische krant'

• Voorkant:
• Bedenk een passende titel;
• Gebruik minimaal 3 passende afbeeldingen;
• Maak een overzicht van de inhoud van de krant;
• Wek de interesse van de lezer (bijvoorbeeld met een korte, prikkelende tekst).

Opbouw van de krant

Voorkant

• Passende naam;
• Minimaal 3 passende foto's;
• Overzicht van de inhoud van de krant;
• Interesse wekken.

Boek (fictie) over de Tweede Wereldoorlog:

• Je leest een boek over de Tweede Wereldoorlog (eigen keuze);
• Je werkt in tweetallen of individueel;
• Je kiest één van de opdrachten uit opdracht 2.

Start:

1. Kies een boek en geef dit door aan je docent Nederlands;
2. Lees het boek;
3. Kies de opdracht die je gaat doen: een tekening, een stripverhaal of een fototentoonstelling. 

Let op: wanneer je hetzelfde boek leest binnen je tweetal, dan moet je 2 verschillende opdrachten kiezen (uit opdracht 2).

Opdracht: 'Tekening bij het boek'

• Je zoekt één belangrijke plek op uit je boek en maakt hier een tekening van.
  

• De tekening is historisch correct;
  

• Verwerk het leidmotief (situatie of voorwerp die steeds terugkomt in het boek);
  

• Beschrijf in ongeveer 150 woorden waarom je deze plek gekozen hebt, wat er te zien is op de tekening (minimaal twee argumenten) en geef minimaal twee argumenten waarom je voor het leidmotief hebt gekozen;
  

• Waar komt het onderwerp van de tekening terug in het boek;

• Je mag geen afbeelding natekenen van het internet of een boek.

Opdracht: 'Stripverhaal'

Kies belangrijke gebeurtenissen uit het boek en maak een stripverhaal. 

• Minimaal 10 kaders;
• Chronologische volgorde;
• Passend bij de Tweede Wereldoorlog;
• In minimaal 5 kaders maak je gebruik van een tekstballon;
• Geef aan welke pagina('s) je uit het boek hebt gebruikt;
• Licht in ongeveer 100 woorden toe wat je hebt gemaakt en waarom je voor deze gebeurtenissen hebt gekozen.

Opdracht: 'Tentoonstelling'

• Minimaal 4 foto's;
• Waarom heb je voor deze foto's gekozen; geef minimaal twee argumenten;
• Per foto geef je aan wat de koppeling is tussen de foto en het boek;
• Wat zie je op de foto?

Bij iedere foto moet het bijschrift bestaan uit 100 - 150 woorden.

Wat:

Ga aan de slag met het project. 

Je mag je boek lezen of je gaat al teksten schrijven.

Hoe:

Je werkt samen met je projectpartner.

Klaar?

Ga dan lezen in je boek van de lijst.

Hulp nodig?

Kijk naar het stoplicht

rood: stil! 

Vraag het de docent als

je het echt niet meer weet.

geel: fluisterniveau 

Overleg met diegene naast je

groen:  fluisterniveau 

Overleg met diegene naast je of vraag het

de docent  

Aan het werk!

Huiswerk

Maandag 17 maart   toets!:

Leren theorie:

H4 (blz. 90): Lezen => je kunt feiten, meningen en argumenten herkennen en begrijpen.

H5 (blz. 116): Lezen => je kunt kritisch lezen om te beoordelen of een tekst betrouwbaar is.

H6 (blz. 142): Lezen => je kunt aan een tekst zien voor welk publiek hij bedoeld is.

Het project moet 28 maart af zijn!

Opbouw per week

• 2 lessen Nederlands theorie;
• 1 les bezig met het project;
• 1 les is het leesuurtje.

Het project start na de voorjaarsvakantie

• Zorg ervoor dat je na de vakantie een leesboek hebt gekozen en geef deze door aan je docent Nederlands;
• Maak een tweetal en geef deze vóór de vakantie door aan de docent.
• Werk je alleen dan geef je dat door.