This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Welkom in de geschiedenisles!
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen vandaag?
-Lesdoelen
-herhaling
-Veilig maar vies
-Opdrachten
-Afsluiting
Slide 2 - Slide
Lesdoelen
Aan het eind van deze les:
Hoe was het leven in de stad?
Hoe verdedigden de mensen in de stad zich tegen aanvallen?
Slide 3 - Slide
Konden mensen van alle standen in de hel komen?
A
Ja, want niet iedereen leefde als goede christen.
B
Ja, want de duivel maakt geen verschil tussen mensen.
C
Nee, edelen en geestelijken kwamen altijd in de hemel.
D
Nee, edelen en geestelijken leefden altijd goed.
Slide 4 - Quiz
Op welke manier kon je in de hemel komen?
A
Door weinig te bidden.
B
Door al het geld voor jezelf te houden.
C
Door geld te geven aan de kerk en armen.
D
Door anderen hard te straffen.
Slide 5 - Quiz
Een leven voor god
Leven na de dood
Leef je goed? naar de hemel
Leef je slecht? naar de hel
Plaats in de hemel kan je ook kopen = Aflaten
Kerk strafte niet-christenen
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
In de stad
Middeleeuwse steden waren druk
Door de drukte waren steden ook erg vies
Ambachten wonen vaak bij dezelfde straat
Steden waren erg veilig
Slide 8 - Slide
Waterpoort. Deze poort wordt vooral gebruikt door mensen die via het water de stad willen bereiken. Deze poort is minder verdedigt en wordt in tijdens van nood gebarricadeerd met houten balken.
Noorderpoort
De stadspoort aan het noorden van de stad. Belangrijkste poort, die afgesloten kan worden in tijden van aanval.
Zuiderpoort. De poort aan de zuidzijde van de stad. Is vooral toegankelijk voor voetgangers, minder voor karren. De poort kan afgesloten worden tijdens een aanval.
Kathedraal
Deze grote kerk is de grootste kerk in de omgeving. De bisschop van het gebied zeteld hier dan ook. De stedelingen hebben lang, bijna 300 jaar gebouwd aan hun kerk. De kerk is het middelpunt van het sociale leven in de stad. Iedereen, arm en rijk, komt hier bijeen voor de diensten.
Marktplein
Het centrale plein als het gaat om handel en middel van bestaan. Hier verdienen de meeste stedelingen hun brood... en kopen het. Op het plein staan kraampjes van boeren en om het plein de werkplaatsen van de ambachtslieden.
Waterput
Het belangrijkste waterpunt in de stad. Hieruit kun je water halen voor al gebruik.
Stadhuis
Hier zeteld het bestuur van de stad: de schout en schepenen. Maar de rechtbank en de cellen voor misdadigers vind je hier. Alles wat met betuur en rechtspraak te maken heeft onder een dak.
Gasthuis.
Een soort kruising tussen een armneopvang en een ziekenhuis. Betaald door de rijken, gerund door de geestelijkheid en voor de armen. Zij kunnen hier hulp krijgen: voeding, onderdak, gezondheidszorg.
Koopmanshuizen met grote binnentuin
De koopmanshuizen zijn veruit de grootste huizen in de stad. Vaak van duurder en doorzamer materiaal gemaakt (bv. steen). De koopmans-huizen fungeren vaak als pakhuis en (luxe) woonhuis.
Vleesmarkt
Kleinere markt, waar vleesproducten werden veerkocht. De werkplaatsen van de vleeshouwers staan om de markt heen.
Botermarkt
Kleine markt waar zuivelproducten werden verkocht.
Vismarkt
Kleine markt waar vis door vissers werd verkocht.
Taks.
Een tolhuis. Aan iedere vreemdeling die de stad binnenkwam werd een bijdrage gevraagd
Smidstraat.
Hier hebben de smeden zich verzameld. Zij hebben hier hun werkplaatsen, met meestal hun huizen daaraan vast.
Beestenmarkt
Kleine markt waarbij (meestal kleine) dieren werden verhandeld
Abdij / klooster
Binnen de stad ligt ook vaak een klooster. Hier leven monniken of nonnen hun eigen leven. Zij hebben wel vaak belangrijke publieke functies in de stad: leraar, verpoleegster, schrijver, etc.
Houtstraat
Aan deze straat wonen en werken ambastlieden die hout hun middel van bestaan hebben gemaakt.
Binnenboeren
Dit zijn boeren die ook poorters zijn: zij zijn boeren binnen de stadsmuren. Vaak kleine bedrijfjes met maar weinig dieren. Maar zeer belangrijk in tijd van beleg, om de stad te beschermen voor uithongering
Rivier.
Belangrijke bron van water: drinkwater, waswater, bluswater, urinoir, etc.
Schavot
Publiekelijke schandplaats voor misdadigers. Meestal is het een standaard met een plank op een verhoging. Tussen die plank wordt iemand een bepaalde periode neergezet. Het staat niet fijn, maar het is vooral een plek waar iedereen je kan zien als misdadiger.
Herberg
Een soort hotel/restaurant van de middeleeuwen. Het is een groot gebouw (meestal met stal), waar vreemdelingen kunnen overnachten, eten en rusten. Maar in de kamers kan natuurlijk meer...
Waag.
Hier worden goederen gewogen voor de verkoop. Omdat er maar een officieel punt van wegen is, is dat voor iedereen gelijk,
Wisselbeurs
Bankgebouw, waar je verzekeringen kunt afsluiten. Je kunt er de wisselbrief inruilen. Je kunt er geld in bewaring geven.
timer
2:00
Slide 9 - Slide
Belangrijkste gebouwen in de stad
De stadsmuur
De kerk
De waterput
Het stadhuis
Slide 10 - Slide
Noem een belangrijk gebouw dat je opviel in het vorige plaatje
Slide 11 - Open question
Waar kan je aan herkennen dat iets een stad is?
A
De grote kerk
B
De stadsmuur
C
De boeren
D
De markt
Slide 12 - Quiz
Veilig achter dikke muren
Steden waren interessant om te veroveren: ze waren rijk en lagen gunstig
Stadsmuren maakten de verovering van een stad vrijwel onmogelijk: de inwoners waren veilig!
De enige manier om een stad te veroveren, was met een belegering
Slide 13 - Slide
Belegering
Stad werd compleet omsingeld
Dit kon vaak maanden duren
Gaf een stad zich uiteindelijk over? dan werd deze geplunderd
Slide 14 - Slide
Opdrachten
Paragraaf 5.4: Veilig maar vies Opdrachten: 2, 3, 4, 5
Blz. 122 t/m 123
Klaar? welke 10 gebouwen vind je in elke stad terug?
Zet dit in je planning voor volgende week!
timer
5:00
Slide 15 - Slide
Waarom woonden mensen in de Tijd van steden en staten zo graag in een stad? Kies het juiste antwoord.
A
In de stad was het schoner dan buiten de stad.
B
In de stad was het rustiger dan buiten de stad.
C
In de stad was veel te doen. Zo waren er vaak feesten en markten.
D
In de stad kwamen minder vaak ziektes voor dan buiten de stad.
Slide 16 - Quiz
Waarom gaven steden zich over na een belegering?
A
De mensen wilden graag op bezoek bij andere steden
B
De mensen waren de lockdown zat
C
Er was geen eten meer dus de mensen verhongerden
D
De mensen vonden de oude koning niet meer aardig
Slide 17 - Quiz
Afsluiting
Hoe was het leven in de stad?
Hoe verdedigden de mensen in de stad zich tegen aanvallen?