Woordsoorten ww/zn/lw/vz/bn/pers/bez/wed/vr/aanw

Woordsoorten 
Deze les leer je verschillende woordsoorten te herkennen werkwoorden                   zelfstandig naamwoorden
lidwoorden                     voorzetsels
bijvoeglijk naamwoorden   vragend voornaamwoorden    aanwijzend voornaamwoorden
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Woordsoorten 
Deze les leer je verschillende woordsoorten te herkennen werkwoorden                   zelfstandig naamwoorden
lidwoorden                     voorzetsels
bijvoeglijk naamwoorden   vragend voornaamwoorden    aanwijzend voornaamwoorden

Slide 1 - Slide

woordsoorten
werkwoorden
lidwoorden
zelfstandignaamwoord
bijvoeglijk naamwoord
voorzetsels

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

persoonlijk voornaamwoord

Slide 4 - Slide

Bezittelijk voornaamwoord BVW

- Geeft aan van wie iets is.

- Het kan géén zn vervangen.


Jouw kat loopt buiten in de regen.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

aanwijzend voornaamwoord

Slide 7 - Slide

vragend voornaamwoord
Vragende voornaamwoorden zijn: wie, wat , welke (welk) en wat voor (een). 
Ze staan heel vaak aan het begin van een vraagzin.
Let op: wanneer je andere woorden aan het begin van een vraagzin ziet staan, is het dus geen vragend voornaamwoord. 

Slide 8 - Slide

wederkerend voornaamwoord

Slide 9 - Slide

wederkerig
elkaar, mekaar, elkander 

we schudden elkaar de hand
we zien mekaar morgen nog
we hebben elkander al gezien

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide