adverbs of frequency plaats in de zin

adverbs of frequency plaats in de zin
1 / 23
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

adverbs of frequency plaats in de zin

Slide 1 - Slide

woordvolgorde:
adverbs of
frequency

Slide 2 - Slide

Word order
In het Engels moet je de volgende volgorde aanhouden om zinnen te maken.
WIE - DOET - WAT - WAAR - WANNEER
John plays football in The Hague on Saturdays
Jenny sings in a band on Mondays
The children play games at school every weekday

Slide 3 - Slide

Word order
Een zin kan uit 5 onderdelen bestaan. Zet deze in de juiste volgorde
Wie
Doet
Wat
Waar 
Wanneer

Slide 4 - Drag question

Adverbs of frequency
Adverbs of frequency geven aan hoe vaak iets gebeurt.
Denk aan woorden als "always, sometimes, often, never,  en usually"

Bijwoorden van tijd komen voor ELK werkwoord behalve voor vormen van TO BE. (am/is/are/was/were/been)
He always drives to work
We are never late

Slide 5 - Slide

Waar moet je ze zetten?
Bijwoorden van tijd komen op de volgende plekken:
In een zin met:
één werkwoord: voor het werkwoord
- I often go to school by bike.
- Daisy never walks to the store.

Slide 6 - Slide

to BE
In een zin met een vorm van to be, komt het bijwoord altijd na de vorm van to be:
He is never going to school by bike.
Anne and Peter are often late.
I am usually here by 8 o'clock.

Slide 7 - Slide

meer werkwoorden in de zin
In een zin met twee werkwoorden:
Na het eerste werkwoord en voor het hoofdwerkwoord:
Barbara has never seen an elephant.
They will always go to the zoo.

Slide 8 - Slide

Adverbs of frequency

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

my father / in the afternoon / is / usually / in the garden

Slide 11 - Open question

he / is / the / reading / worksheet

Slide 12 - Open question

home / before / 9 pm / seldom / Andy / comes

Slide 13 - Open question

angry / My / sometimes / me / father / with / is

Slide 14 - Open question

the bus / we / take / always / to school

Slide 15 - Open question

watch / sport / I / on / TV / often

Slide 16 - Open question

He listens to the radio. (often)

Slide 17 - Open question

They read a book. (sometimes)

Slide 18 - Open question

Tom is very friendly. (usually)

Slide 19 - Open question

Ramon and Frank are hungry. (often)

Slide 20 - Open question

Christine smokes. (never)

Slide 21 - Open question

Adverbs of frequency
Klik hier om te oefenen met adverbs of frequency

Slide 22 - Slide

Meer oefenen met woordvolgorde?

Slide 23 - Slide