Les 2 Persoonlijke presentatie en representatie

Les 2 Persoonlijke presentatie en representatie
1 / 24
next
Slide 1: Slide
VoedingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Les 2 Persoonlijke presentatie en representatie

Slide 1 - Slide

Wat kun je zeggen over de volgende begrippen?

Wat betekent beroepshouding?
A
Een onprofessionele houding
B
Een houding die hoort bij een beroep
C
Je gedraagt je hetzelfde als thuis
D
De manier hoe je er bij staat op werk

Slide 2 - Quiz

Bij welk kenmerk van een beroepshouding hoort:

"Ik vind lopen met een dienblad moeilijk, maar ik oefen veel. Het lukt binnenkort vast beter."
A
Collegiaal
B
Op tijd komen
C
Doorzettingsvermogen
D
Wees flexibel

Slide 3 - Quiz

Bij welk kenmerk van een beroepshouding hoort:
"Ik ben om 8.40 uur op mijn stage zodat ik nog tijd heb om mijzelf om te kleden en om 9.00 uur startklaar ben."
A
Wees collegiaal
B
Kom op tijd
C
Toon inzet
D
Wees flexibel

Slide 4 - Quiz

We gaan verder 
Persoonlijke Presentatie

Slide 5 - Slide

Persoonlijke presentatie en representatie
Presentatie
Verzorgde uitstraling, hoe jij overkomt op de klant.

Representatie
Met jouw presentatie vertegenwoordig je het bedrijf waar je voor werkt.

Slide 6 - Slide

Persoonlijke verzorging

Slide 7 - Slide

Probeer eens....
Wat betekent representatief?
A
Dat je netjes praat
B
Dat je de taken van de leidinggevende uitvoert
C
Extra make-up dragen
D
De manier waarop je, je gedraagt en je uiterlijke verzorging

Slide 8 - Quiz

1.3 Persoonlijke presentatie
In je stage kom je met verschillende mensen in contact. Dit kunnen klanten, bezoekers, collega's en je leidinggevende zijn.
  • het is belangrijk dat jij een positieve indruk achterlaat
  • dit laat je zien met gedrag
  • dit laat je zien met kleding en persoonlijke verzorging
  • je bent representatief (kleding, uiterlijk en gedrag passen bij uitstraling bedrijf)

Slide 9 - Slide

Bedrijfskleding
In veel beroepen dragen mensen bedrijfskleding. Het dragen van bedrijfskleding heeft 3 functies.
1. veiligheid
2. hygiëne
3. herkenbaarheid

Slide 10 - Slide

Bedrijfskleding
welke beroepen?

Slide 11 - Mind map

Zoek 1 foto van het dragen
bedrijfskleding

Slide 12 - Open question

Wie van jullie draagt er bedrijfskleding? Waarom?
Vind je dat leuk? of zou je het erg vinden om bedrijfskleding te dragen?

Slide 13 - Open question

Bedrijfskleding


Bij gebruik van bedrijfskleding zorg je ervoor dat je er zorgvuldig mee omgaat. 
Het is niet jouw eigendom.



Geen bedrijfskleding?
Zorg ervoor dat je nette kleding draagt en vraag wat voor kleding is toegestaan.

Slide 14 - Slide

Bij de supermarkt moeten alle werknemers dezelfde kleding dragen zodat de klant weet wie zij kunnen aanspreken.
Wat is hier het kenmerk van bedrijfskleding?
A
Herkenbaar
B
Veiligheid
C
Hygiëne

Slide 15 - Quiz

Mag je met kapotte werkschoenen aan het werk gaan?
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quiz

Is het professioneel om te laat te komen op een afspraak?
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quiz

Persoonlijke verzorging
Noem enkele voorbeelden

Slide 18 - Mind map

Persoonlijke verzorging is...
A
alles om het lichaam gezond te houden.
B
hygiëne zoals handen wassen
C
dat je aandacht besteed aan je uiterlijk
D
dat je je tanden poetst en gezond eet

Slide 19 - Quiz

Een representatief uiterlijk is heel belangrijk voor een medewerker receptie en secretariaat.
Wat houdt een representatief uiterlijk in?
A
Dat de medewerker altijd een kostuum of mantelpak draagt.
B
Dat de vrouwelijke medewerker altijd make-up draagt.
C
Dat de medewerker zonder dialect spreekt.
D
Dat de medewerker er verzorgd uitziet.

Slide 20 - Quiz

Met je kleding en gedrag, make-up en kapsel geef je een bepaalde indruk.
Met je lichaamshouding en gezichtsuitdrukking geef je ook een bepaalde indruk
Met je kleding en gedrag, make-up en kapsel geef je een bepaalde indruk.

Met je lichaamshouding en gezichtsuitdrukking geef je ook een bepaalde indrukt

Slide 21 - Slide

Wat vind jij belangrijk als het gaat om een goede indruk maken?

Slide 22 - Open question

Durf jij je te presenteren aan de klas?

Slide 23 - Open question

Met je kleding en gedrag, make-up en kapsel geef je een bepaalde indruk.
Met je lichaamshouding en gezichtsuitdrukking geef je ook een bepaalde indruk
Aan de slag
- Basisboek: Assistant Business Services

-opdracht 1.03 blz: 21
-opdracht 1.04 blz: 22

Slide 24 - Slide