This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Hoofdstuk 3 - Lezen (blz. 64)
Slide 1 - Slide
Wat gaan we vandaag doen?
Komende weken: Lezen en Woordenschat H3 en 4 (toets)
Lesdoel: je kunt opsommingen, tegenstellingen en voorbeelden in een tekst herkennen en begrijpen
Hoe? Eerst uitleg, dan oefenen.
Thuis? Maken lezen hoofdstuk 3
Slide 2 - Slide
Lesdoelen
Herhalen stof van hoofdstuk 1 en 2 Lezen.
Je kunt opsommingen, tegenstellingen en voorbeelden in een tekst herkennen en begrijpen (hoofdstuk 3).
Slide 3 - Slide
Leesvaardigheid
Hoofdstuk 1: Hoofdzaken en hoofdgedachte
Hoofdstuk 2: Tekstdoel en publiek
Hoofdstuk 3: Verbanden en signaalwoorden
(opsomming, tegenstelling, voorbeeld).
Slide 4 - Slide
Hoofdstuk 1: Hoofdzaken
Kernzinnen: eerste, tweede of laatste zin van een alinea.
Als je alle kernzinnen op een rijtje zou zetten, heb je dus de hoofdzaak van de tekst te pakken!
Slide 5 - Slide
Hoofdstuk 1: Hoofdgedachte
Het belangrijkste van de tekst, samengevat in één zin.
Wat is het belangrijkste dat over het onderwerp wordt gezegd?
Je vindt de hoofdgedachte vaak in de inleiding of in het slot.
Slide 6 - Slide
H2: Tekstdoel
Een schrijver schrijft niet zomaar een tekst.
Hij heeft altijd een doel voor ogen: hij wil iets met zijn tekst.
Bovendien houdt een schrijver rekening met zijn publiek.
Je kunt verschillende tekstsoorten en tekstdoelen noemen.
Slide 7 - Slide
Hoofdstuk 2: Tekstdoel (en publiek)
Het doel van een tekst kan zijn:
informeren
overtuigen
amuseren
instrueren
activeren
Kun je bij elk doel een tekstsoort bedenken?
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
1
2
2
4
5
6
7
Na
omdat
en
in eerste
omdat
Nu
want
Slide 10 - Drag question
Slide 11 - Slide
Deze tekstverbanden moet je kennen:
1. opsommend verband (opsomming)
- dingen die met elkaar te maken hebben, worden achter
elkaar opgenoemd.
- voorbeelden van signaalwoorden: ten eerste, om te
beginnen, bovendien, ook, verder, ten slotte, en,
opsommingstekens
Slide 12 - Slide
Deze tekstverbanden moet je kennen:
2. tegenstellend verband (tegenstelling)
- tegenovergestelde zaken worden genoemd
- voorbeelden van signaalwoorden: maar, tegenover, toch,
echter, hoewel, daarentegen, ofschoon
Slide 13 - Slide
Deze tekstverbanden moet je kennen:
3. toelichtend verband (toelichting/voorbeeld)
- een onderwerp wordt uitgelegd, verduidelijkt,
vaak met behulp van voorbeelden
- voorbeelden van signaalwoorden: bijvoorbeeld, zo, als,
zoals, denk aan, neem nou
Slide 14 - Slide
Leg in je eigen woorden uit wat tekstverbanden en signaalwoorden zijn.
Slide 15 - Open question
Slide 16 - Video
N
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
'Vuurwerkverbod betekent einde vuurwerktraditie'
We lezen een tekst over het vuurwerkverbod.
Daarna maken jullie vragen over de tekst.
Slide 21 - Slide
'Vuurwerkverbod betekent einde vuurwerktraditie'
Het kabinet werkt aan een algeheel vuurwerkverbod om zorg- en hulpverleners in deze coronacrisis niet nog meer te belasten. En daarmee wordt opeens mogelijk waar al jaren om geroepen wordt door onder meer artsen, agenten en bestuurders - maar waar ook veel weerstand tegen is.
Het algehele vuurwerkverbod geldt alleen dit jaar, maar vuurwerkliefhebbers zijn er niet gerust op en bestuurders zien mogelijkheden voor een andere viering in de toekomst. Leidt het verbod tot een nieuwe vuurwerktraditie in Nederland?
Slide 22 - Slide
Een aantal burgemeesters hoopt van wel. Onder andere Pieter Broertjes, de burgemeester van Hilversum. Hij werkt in zijn gemeente al jaren aan een andere, veiligere viering van oud en nieuw. Dit jaar biedt volgens hem een kans. Nederlanders kunnen zich door de huidige situatie ook de komende jaren anders tot vuurwerk verhouden.
Consumentenpsycholoog Patrick Wessels denkt dat het moeilijk wordt om mensen mee te krijgen in een verbod, juist omdat het om vuurwerk gaat. "De aantrekkingskracht zit er voor een groot deel in dat het afsteken daarvan de rest van het jaar niet mag."
Slide 23 - Slide
Het kabinet werkt aan een algeheel vuurwerkverbod om zorg- en hulpverleners in deze coronacrisis niet nog meer te belasten. En daarmee wordt opeens mogelijk waar al jaren om geroepen wordt door onder meer artsen, agenten en bestuurders - maar waar ook veel weerstand tegen is.
Bij welk tekstverband hoort het signaalword 'en'?
A
Toelichtend verband (voorbeeld)
B
Tegenstellend verband
C
Opsommend verband
Slide 24 - Quiz
Het kabinet werkt aan een algeheel vuurwerkverbod om zorg- en hulpverleners in deze coronacrisis niet nog meer te belasten. En daarmee wordt opeens mogelijk waar al jaren om geroepen wordt door onder meer artsen, agenten en bestuurders - maar waar ook veel weerstand tegen is.
Bij welk tekstverband hoort het signaalword 'maar'?
A
Toelichtend verband (voorbeeld)
B
Tegenstellend verband
C
Opsommend verband
Slide 25 - Quiz
Wat is de tegenstelling in deze zin? Het algehele vuurwerkverbod geldt alleen dit jaar, maar vuurwerkliefhebbers zijn er niet gerust op en bestuurders zien mogelijkheden voor een andere viering in de toekomst.
Slide 26 - Open question
Welk signaalwoord van het toelichtend verband zie je in de zin? Een aantal burgemeesters hoopt van wel. Onder andere Pieter Broertjes, de burgemeester van Hilversum. Hij werkt in zijn gemeente al jaren aan een andere, veiligere viering van oud en nieuw. Dit jaar biedt volgens hem een kans.
Slide 27 - Open question
Vul onderstaande zinnen aan: Ik vind dat er een vuurwerkverbod moet komen en ... Ik vind dat er een vuurwerkverbod moet komen, maar ................ . Neem nou ......
Slide 28 - Open question
Lezen H3: tekstverbanden
Drie soorten tekstverbanden (er komen er meer in H4)
1. Opsommend verband
2. Tegenstellend verband
3. Toelichtend verband (voorbeeld)
Maken: Lezen H3
Voor de toets:
- Je moet de tekstverbanden en signaalwoorden uit H3 kennen.
- Je moet de tekstverbanden en signaalwoorden kunnen herkennen en begrijpen.