3HV - Les 5 - Presente perfecto

Programa
  1. Controlamos los deberes
  2. Presente Perfecto
  3.  Comunicación
  4. Deberes
1 / 11
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

This lesson contains 11 slides, with text slides.

Items in this lesson

Programa
  1. Controlamos los deberes
  2. Presente Perfecto
  3.  Comunicación
  4. Deberes

Slide 1 - Slide

Controlamos los deberes
ESTUDIAR (=leren):
- Verbos Repaso 1-80 NL-SP

Slide 2 - Slide

Perfecto (v.t.t)
Wat weet je nog over de Perfecto in het Spaans?

1. Hoe maak je de Perfecto?
2. Zijn er uitzonderingen?

Slide 3 - Slide

-AR ->ADO            -ER/-IR -> IDO

Slide 4 - Slide

Perfecto
1. Het voltooid deelwoord staat ALTIJD samen met het hulpwerkwoord HABER. 
HE hablado, HAS hablado, HA hablado, etc.

Ik heb gesproken met Juan: 
He hablado con Juan. 
Maar nooit: He con Juan hablado

2. ww heeft 2 klinkers naast: LEER, TRAER, CAER. 
--> een accentje op de í bij ído: LEER - leído, TRAER - traído, CAER - caído
 

Slide 5 - Slide

Perfecto (wederkerende ww)
Werkwoorden die op -SE eindigen in presente perfecto:

1. SE haal je van het hele werkwoord af en plaats helemaal voorin. 
vervoeging: me, te, se, nos, os, se 

2. het hulpwerkwoord HABER (he, has, ha, hemos, habéis, han) blijft voor het voltooid deelwoord staan. 

vb.
LEVANTARSE
ME HE LEVANTADO






Slide 6 - Slide

Perfecto (uitzonderingen)
romper    --> roto
abrir        --> abierto
escribir    --> escrito
poner      --> puesto
ver           --> visto
decir        --> dicho
volver      --> vuelto
hacer       --> hecho
freír         --> frito
morir       --> muerto
ser           --> sido
ir              --> ido

Slide 7 - Slide

Perfecto
Página 9, ejercicio 5

Slide 8 - Slide

Comunicación
Página 10, ejercicios 1,2,3,4



Ej 1
Ej 2.1
Ej 2.2
Ej 2.3
Ej 2.4
Ej 2.5
Ej 2.6

Slide 9 - Slide

Venir
Cerrar
Jugar
Dormir
Hacer
Ir
Tener
Ser
Querer

Slide 10 - Slide

Deberes
ESTUDIAR (=leren):
alles voor SO

Lezen & luisteren
Verbos (ww) Compañeros 1 (via Quizlet 1-80)
Ser , Estar, Hay (Vervoegen en Toepassen)
Presente regelmatige ww (-AR, -ER,-IR)
Onregelmatige ww: venir, cerrar, jugar, dormir, hacer, ir
Wederkerende ww
Presente perfecto: regelmatige en onregelmatig

Slide 11 - Slide