Unit 1.2 Persoonlijke en Bezittelijke Voornaamwoorden
Hi 1ktla!
Iedereen werkt uit het VMBO-KGT boek, dus NIET het BK boek. We maken de opdrachten (voor nu) online, daar kan iedereen bij het juiste boek.
Uitleg Persoonlijke voornaamwoorden
1 / 29
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1
This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Hi 1ktla!
Iedereen werkt uit het VMBO-KGT boek, dus NIET het BK boek. We maken de opdrachten (voor nu) online, daar kan iedereen bij het juiste boek.
Uitleg Persoonlijke voornaamwoorden
Slide 1 - Slide
Lesdoel
Na vandaag weten jullie wat persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden in het Engels zijn en hoe je deze gebruikt.
Slide 2 - Slide
Ga naar:
www.lessonup.nl
voer bovenin de code in die hier linksonder in beeld staat.
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Today ...
Vandaag gaat het over de persoonlijke voornaamwoorden en bezittelijke voornaamwoorden in het Engels.
Doel: aan het einde van de les weten wat de persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden zijn in het Engels en kunnen we deze op de juiste manier toepassen in een zin.
Slide 5 - Slide
Een voorbeeld van een persoonlijk voornaamwoord in het Nederlands is:
A
hij
B
waar
C
huis
D
Susan
Slide 6 - Quiz
Persoonlijk voornaamwoord
Persoonlijke voornaamwoorden verwijzen naar levende wezens of zaken, zonder die verder bij de naam te noemen:
ik, jou, zij, hen, hem, etc.
Slide 7 - Slide
Welke persoonlijke voornaamwoorden ken je al in het Engels?
Slide 8 - Open question
Uitleg ...
Een persoonlijk voornaamwoord gebruiken we in plaats van een zelfstandig naamwoord (een persoon, een dier, of een ding)...
Het meisje loopt - she walks
De jongen loopt - he walks
De kat loopt - it walks
Slide 9 - Slide
persoonlijke voornaamwoorden:
I
you
he
she
it
we
you
they
Persoonlijke voornaamwoorden:
I ik (altijd met een hoofdletter!)
you jij
he hij
she zij (ev)
it het
we wij
you jullie
they zij (mv)
Slide 10 - Slide
"Vertaal" naar een persoonlijk voornaamwoord: Mila
A
he
B
we
C
you
D
she
Slide 11 - Quiz
"Vertaal" naar een persoonlijk voornaamwoord: dog
A
he
B
it
C
you
D
I
Slide 12 - Quiz
"Vertaal" naar een persoonlijk voornaamwoord: my friends and I
A
I
B
they
C
we
D
you
Slide 13 - Quiz
"Vertaal" naar een persoonlijk voornaamwoord: my teachers
A
you
B
we
C
I
D
they
Slide 14 - Quiz
www.englisch-hilfen.de
Slide 15 - Link
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Lia has a book. It is ___ book.
A
her
B
his
C
she
D
its
Slide 19 - Quiz
We are called Smith. ____ last name is Smith.
A
We
B
Us
C
Your
D
Our
Slide 20 - Quiz
The cat has a collar. ____ collar is the colour red.
A
Her
B
His
C
Its
D
Our
Slide 21 - Quiz
Noortje and Dorien are twins. ____ birthday is in May.
A
They
B
Their
C
Her
D
His
Slide 22 - Quiz
www.english-4u.de
Slide 23 - Link
Ik kan de persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden nu op de juiste manier gebruiken in een zin:
A
ja
B
nee
C
een beetje
D
helemaal niet
Slide 24 - Quiz
Maak een zin met een persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord.
Slide 25 - Mind map
Well done!
Slide 26 - Slide
Is het doel behaald?
Jullie weten nu wat persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden zijn in het Engels en hoe je deze gebruikt.
Slide 27 - Slide
SO woordjes
Het SO is verplaatst naar 3 oktober het 9e uur. Noteer in dit in je agenda!