Kern les 9

1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Zit je klaar?
woordenschatschrift open op tafel

Werkboek op tafel, is het in orde?

Slide 3 - Slide

Numo
Werk 10  minuten in NUMO;
dan heb je vrijdag 
45 minuten....
timer
10:00

Slide 4 - Slide

Leerdoelen
1: R Ik weet hoe ik een tekst nauwkeurig moet lezen
2: T1 Ik kan herkennen of ik een tekst wel of niet nauwkeurig moet lezen
3: T2 Ik kan, na nauwkeurig lezen detailvragen over de tekst beantwoorden.
4: I Ik kan na nauwkeurig lezen zelf detailvragen bedenken.

Slide 5 - Slide

Wat zijn signaalwoorden


  •  Tijdsvolgorde; eerst, daarna, tussentijds
  •  Opsomming: en, en, ook
  •  Tegenstelling: maar, in tegenstelling tot, echter
  •  Oorzaak-gevolg; omdat, doordat, als gevolg
  •  Meningen, argumenten; Ik vind, ik denk, mijn mening is

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

woorden les 9
het souvenir - iets dat je op vakantie koopt als herinnering
de afzender - de persoon die iets verstuurt
de bestemming - plek waar je naar toe reist
de bedreiging - zeggen dat je geweld gaat gebruiken om ervoor te zorgen dat iemand iets doet

Slide 8 - Slide

Belangrijk
  1. Lees woord voor woord.....nauwkeurig/precies lezen
  2.  Signaalwoorden, gebruik de signaalwoorden:

 Tijdsvolgorde
 Opsomming
 Tegenstelling
 Oorzaak-gevolg
 Meningen, argumenten

Slide 9 - Slide

Belangrijk
  • Informatie hoe je iets moet doen

  •  Een samenvatting maken

  •  Een verhaal lezen


Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

We lezen de tekst blz 39 nauwkeurig
Wie leest?

Slide 12 - Slide

Aan de slag
Schrijf de woorden les 9 in je woordenschatschrift.

Maak de opdrachten van les 9.

Slide 13 - Slide

Nabespreking
Lukt het om de opdrachten te maken?
Wat gaat goed?
Waar gaat het niet goed?

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

SO hst 1-8 
1. Zet een cirkel om de titel
2. Tel het aantal alinea's 
3. Zet een sterretje (*) bij de inleiding.
4. Wat is het onderwerp van de tekst?
5. Schrijf 5 werkwoorden op en maak hiermee een zin.
6.Heb je hoofdletters geschreven?
7.Wat betekent:
het trefwoord                 dodelijk              de journalist          de adoptie
de comedy                       de acteur          eenzaam                  de ceremonie
de leefwereld                 massaal              mateloos                uiterlijk
destructief                       uitpluizen         de beveiliger          de steil/ de stijl

Slide 18 - Slide

Begrippen uit deze les
Inleiding
tussenkopjes
signaalwoorden
nauwkeurig

Slide 19 - Slide

Begrippen uit deze les
het souvenier
de afzender
de bestemming
de bedreiging

Slide 20 - Slide


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 21 - Open question


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 22 - Open question