Zwangerschap

Zwangerschap en geboorte
1 / 32
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Zwangerschap en geboorte

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Menstruatiecyclus
Bijna geen enkele vrouw menstrueert precies om de 4 weken. Vooral in de puberteit kan de menstruatie zeer onregelmatig plaatsvinden. Soms zit er veel tijd tussen de menstruaties.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat gebeurt er op dag 14 in de menstruatie cyclus?
A
Ongesteld zijn
B
Ovulatie
C
Innesteling
D
Menstruatie

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Slide 5 - Video

This item has no instructions

Bevruchting
Een eicel wordt bevrucht in de eileider, waarna innesteling in de baarmoeder plaatsvindt. 

Bevruchting door een spermacel. 

Een eicel kan tot ongeveer 48 uur na de ovulatie. 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Klievingsdelingen en innesteling

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Celdeling 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Na innesteling

Het embryo neemt zuurstof en voedingstoffen uit het baarmoederslijmvlies via de uitstulpingen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Vorming van placenta
Bestaat uit weefsels van moeder en van het embryo.

Zuurstof + voedingstof naar de embryo

Koolstofdioxide + afvalstoffen naar de moeder

Maar ook ziekteverwekkers, alcohol, nicotine

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

vruchtvliezen en vruchtwater
  • Vruchtvliezen liggen om het embryo heen. 
  • In de vruchtvliezen bevindt zich het vruchtwater.
  • Het embryo ligt in het vruchtwater. 
  • het vruchtwater beschermt het embryo tegen stoten, uitdroging en wisseling van temperatuur. 
  • Het embryo kan in het vruchtwater gemakkelijk bewegen

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Navelstreng
  • De navelstreng is de verbinding tussen placenta en embryo.
  • De navelstreng zorgt dat het embryo voedingsstoffen krijgt. 
  • Afvalstoffen van het embryo gaan via de navelstreng naar de placenta. 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Navelstreng
Navelstrengslagaders: zuurstofrijk.
Navelstrengaders: zuurstofarm

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Foetus
Na 3 maanden noemen we het een foetus

Bij een zowel embryo als een foetus werken de hersenen, spieren, hart en bloedvaten al.

Slide 16 - Slide

Het embryo ontwikkelt zich steeds verder tot een baby. Vanaf de elfde week in je zwangerschap is de embryonale fase voorbij en spreek je niet meer van een embryo, maar van een foetus.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Wat is typerend aan het eerste trimester van de zwangerschap?

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Wat wordt er voornamelijk gedaan tijdens controlemomenten binnen de zwangerschap?

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Welke ziektebeelden betreft zwangerschap komen vaak voor?

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Geboorte

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

3 fasen
De geboorte bestaat uit 3 fasen:

- De ontsluiting
- De uitdrijving
- De nageboorte

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

De ontsluiting
  • De bevalling begint met weeën
  • Weeën zijn samentrekkingen van de baarmoederwand. 
  • Door de weeën wordt de onderkant van de baarmoeder wijder.
  • Dat heet ontsluiting.
  • Tijdens de ontsluiting breken de vruchtvliezen. 
  • Vruchtwater vloeit via de vagina weg.
  • De ontsluiting moet groot genoeg zijn om het hoofdje erdoor te laten. 

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

De uitdrijving
De weeën worden steeds krachtiger. 
De spieren in de buikwand gaan zich nu ook samentrekken. 
Door de persweeën wordt het kindje naar buiten geperst. 
Dit heet uitdrijving.
De uitdrijving kan een paar seconden duren, maar ook een paar uur. 

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Bij de baby
  • Eerst worden restjes slijm uit de mond van de baby gehaald zodat hij/zij goed kan ademhalen. 
  • Dan wordt de navelstreng afgeklemd en doorgeknipt. 
  • De baby begint meteen te huilen. Dan is de ademhaling goed op gang gekomen. 

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

fase 3: de nageboorte
Na de uitdrijving is het kindje wel geboren, maar de bevalling is nog niet helemaal klaar.
Er moeten nog 3 delen uitgedreven worden. 
de placenta - de vruchtvliezen - de rest van de navelstreng
Dit noemen we de nageboorte.
Deze komt ongeveer 15 minuten na de geboorte van het kindje. 

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Na de geboorte

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

De navelstreng
Het restje van de navelstreng droogt uit. Dit duurt ongeveer een week. Daarna valt dit er af. 
Hierdoor ontstaat bij het kind een litteken op de buik. 
Dit is de navel.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

normale ligging
(hoofdje komt eerst) 

stuitligging
(kontje of voetjes van baby komen eerst) 

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Video

This item has no instructions