Les 11 Schrijven van goede zinnen + reis van de held

1 / 37
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 3

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

By examining the concept of the Hero's Journey across different settings and genres, students will not only gain a deeper appreciation for literary traditions worldwide but also reflect on the universal human experiences that connect us all.

Slide 2 - Slide

Boek is uit neem ik aan?
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Agenda
1. Oefenen met samengestelde zinnen  + werkwoorden

2. Reis van de held: ophalen en werken aan je opdracht 

Op tafel: laptop, pen, papier, leesboek

Slide 4 - Slide

Nog 5 lessen

Vandaag oefenen met het maken van goede zinnen en  opnieuw leren over de 'hero's journey'

Verder nog: ophalen leesvaardigheid belangrijke begrippen, goed schrijven en werken aan je opdracht 

Slide 5 - Slide

Je leert deze les: 
Wat de 'reis van de held' ook weer betekent
Een paar essentiële taalregels toepassen bij het maken van goede zinnen  



Slide 6 - Slide

Leerdoelen Nederlands 
Fictie: helden en schurken/
perspectief/setting: reis van de held 

Documentaires en films: kijk- en luisterstrategieën 
Schrijven met schrijfplan: informatieve teksten

Leesstrategieën herkennen en toepassen + samenvatten. 

Slide 7 - Slide

Module 2 - MYP3 
Statement of inquiry 
In stories all over the world and across genres, characters who encounter obstacles and start a queeste to find universal solutions or answers to questions, become heroes in different settings and style.

Slide 8 - Slide

Learner Profile 

Slide 9 - Slide

Spelregels

GEEN AI (heb je op proefwerk ook niet)

Wel Google, oude Lessonups

Slide 10 - Slide

Maak een samengestelde zin met de volgende woorden:
hoofdpersoon - lopen- fietsen - landschap
Verzin zelf wel voegwoord je gebruikt.
De zin moet minimaal 12 woorden lang zijn.

Slide 11 - Open question

Maak een samengestelde zin met de volgende woorden:
Boek - lezen - schrijven - opdracht
Verzin zelf wel het voegwoord je gebruikt. De zin moet minimaal 12 woorden lang zijn.

Slide 12 - Open question

Maak een samengestelde zin met de volgende woorden:
Hoofdpersoon - uitdaging - omver werpen - goedkomen
Verzin zelf wel voegwoord je gebruikt.
De zin moet minimaal 12 woorden lang zijn.

Slide 13 - Open question

Maak een samengestelde zin met de volgende woorden:
Gezondheid - eten - groente - snijden
Verzin zelf wel voegwoord je gebruikt.
De zin moet minimaal 12 woorden lang zijn.

Slide 14 - Open question

Maak een samengestelde zin met de volgende woorden:
Bewegen - jongeren - sociale media - verbeteren
Verzin zelf het voegwoord dat je gebruikt.
De zin moet minimaal 12 woorden lang zijn.

Slide 15 - Open question

HOOFDZIN + HOOFDZIN

Twee hoofdzinnen kun je aan elkaar verbinden met een nevenschikkend voegwoord.

Dit zijn: en, want, maar en of.


HOOFDZIN + BIJZIN

Een hoofd- en een bijzin kun je aan elkaar verbinden met een onderschikkend voegwoord.

Er zijn veel onderschikkende voegwoorden, zoals: omdat, zodat, doordat, als, dan, hoewel, tenzij, terwijl, toen, of.
Deze herken je als 'signaalwoord'

Slide 16 - Slide

Signaalwoorden voegen zinnen samen
Tekstverband:                                                  Signaalwoord:
voorbeeld                                                           zo, zoals, bijvoorbeeld

reden/ argument                                            want, omdat, daarom

conclusie/ standpunt                                   dus, kortom, dan ook


Slide 17 - Slide

Signaalwoorden (uitleg) 
Tekstverband:                                                  Signaalwoord:
Opsomming                                                 en , ook, vervolgens, ten                                                                                   eerste, ten tweede, etc.

Tijd                                                                    allereerst, daarna,                                                                                                daarvoor, eerst, later,                                                                                          aanvankelijk, tijdens
                                 


Slide 18 - Slide

Het bijvoeglijk naamwoord
- zegt iets over het zelfstandig naamwoord
- gewoon bijvoeglijk naamwoord: oud, rood, mooi etc. 
- stoffelijk bijvoeglijk naamwoord: ijzer, zilver etc. 
- bijvoeglijk naamwoord dat is afgeleid van een voltooid of onvoltooid deelwoord: vertrouwd, gegeven etc. 

Dan naar de spelling ervan...

Slide 19 - Slide

Wat is goed?
A
het oud opatje
B
het oude opaatje
C
de oude opaatje

Slide 20 - Quiz

Wat is goed?
A
de portemonnee, die ik gevonden heb
B
het portemonnee, dat ik gevonden heb
C
de portemonnee dat ik gevonden heb

Slide 21 - Quiz

Wat is goed?
A
de zilvere ketting
B
de zilveren ketting
C
de zilver ketting

Slide 22 - Quiz

Wat is goed?
A
de onbetrouwbare president
B
de onbetrouwbaar president

Slide 23 - Quiz

Wat is goed in een geschreven tekst?
A
Me opa komt me vanmiddag ophalen
B
Mijn opa komt me vanmiddag ophalen
C
M'n opa komt me vanmiddag ophalen

Slide 24 - Quiz

Wat is goed?
A
Deze winkel, maar dat winkel
B
Die winkel, maar dit winkel
C
Deze winkel, maar die winkel
D
Die winkel, maar dat winkel

Slide 25 - Quiz

Deze, die, dit en dat 
Het -woorden => dit (dichtbij), dat (ver weg) 
Het huis, dit huis, dat huis

De-woorden => deze (dichtbij), die (ver weg)
De school, deze school, die school

Slide 26 - Slide

Vul de goede vorm van het werkwoord in:
Omdat ik teveel gegeten heb, (zijn) ..... ik kilo's ....(aankomen)

Slide 27 - Open question

Vul de goede vorm van het werkwoord in:
Als je meer .....(bewegen), (worden) .... vanzelf gezonder.

Slide 28 - Open question

Weet je nog: ooit begonnen met storytelling? Wat gebeurt er in een verhaal?

  • Het verhaal volgt de 'reis' van een held van vlees en bloed, die iets voor elkaar wil krijgen. Meerdere helden mogen trouwens ook, als zij hetzelfde doel nastreven.
  • De held krijgt in het verhaal een tegenslag op zijn pad. Er staat iets op het spel. Dat leidt tot een cruciale ommekeer, de wending in het verhaal.
  • Er zit een duidelijke plot in: aan het einde is er iets veranderd.
  • Het verhaal raakt de kijker emotioneel.
  • Het verhaal bevat een duidelijke betekenis en leidt tot een inzicht.

Slide 29 - Slide

Reis van de held
Status-quo
Conflict
(Innerlijke) oproep - start avontuur onbekende wereld
Inzichten
Eerste uitdaging
Verleidingen
Donkere momenten
Finale conflict
Terugkeer
Persoonlijke groei - vertrouwde omgeving

Slide 30 - Slide

De reis van de held: basisonderdelen
Vertrek
Terugkeer
Inwijding
Normale wereld (bekend)
Speciale wereld
(onbekend)

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Video

De reis van de held: 12 stappen
Vertrek
Terugkeer
Inwijding
De gewone wereld
De held begint in zijn normale, alledaagse leven.
De roep tot avontuur
Er gebeurt iets dat de held uit zijn gewone wereld haalt en uitnodigt tot avontuur.
Weigering van de oproep
De held twijfelt of weigert de uitdaging aan te gaan, vaak door angst.
Ontmoeting met de mentor
Een mentor of gids verschijnt om de held te helpen en te trainen.
De grens oversteken
De held verlaat zijn gewone wereld en stapt de "speciale wereld" binnen.
Tests, bondgenoten en vijanden
De held wordt getest, maakt vrienden en ontmoet vijanden.
Nadering van de grootste beproeving
De held bereidt zich voor op de grootste uitdaging van het avontuur.
De beproeving
De held confronteert zijn grootste angst of vijand en riskeert alles.
De beloning
De held krijgt een beloning, zoals een schat, kennis of overwinning.
De terugkeer naar huis
De held keert terug naar de gewone wereld, vaak met nieuwe uitdagingen onderweg.
Wederopstanding
De held komt terug als de betere, sterkere versie dan hij eerst was.
Terugkeer naar de 'nieuwe' gewone wereld
We zijn weer terug bij de gewone wereld met de held op zijn plek.

Slide 33 - Slide

Waarom lijken die verhalen zo op elkaar?

Het lijkt op ons eigen leven: loslaten wie je bent, 
nieuw avontuur aangaan, leren en ontwikkelen en 
verbeterd aankomen op een nieuw punt.


De reis van de held
Joseph Campbel
"What I think is that a good life is one hero journey after another. Over and over again, you are called to the realm of adventure, you are called to new horizons. Each time, there is the same problem: do I dare? And then if you do dare, the dangers are there, and the help also, and the fulfillment or the fiasco. There’s always the possibility of a fiasco."
Literatuurwetenschapper in vergelijkende mythologie en godsdienstwetenschap

Slide 34 - Slide

Opdracht 
Waar begint jouw hoofdpersoon (in jouw leesboek): wat is zijn of haar beginpunt? Letterlijk, maar ook figuurlijk (toestand, gevoel, situatie etc.). Hoe ziet zijn of haar gewone wereld eruit?
Ben je (al) een 'roep tot avontuur' tegengekomen? 

Schrijf één of twee alinea's die antwoord geven op deze vragen over jouw leesboek. Bewaar dit voor je summatieve opdracht. 

Slide 35 - Slide

Ga verder (als je boek uithebt)
Hoe zijn de (twaalf) stappen verwerkt in jouw boek. 
Leg voor elke stap uit wat er gebeurt. Maak een aantekening zodat je deze voor je verslag kunt bewaren. 
Herken je alle stappen in jouw verhaal? Zo nee, welke niet? Vraag eventueel je docent. 
Bewaar je document en werk verder uit voor je boekopdracht (SA 1 in Toddle)

Slide 36 - Slide

Numo 
Leerplan  werkwoord-spelling
Werken met Numo .

Slide 37 - Slide