Talent leestekens

Talent leestekens
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 49 min

Items in this lesson

Talent leestekens

Slide 1 - Slide

Welke leestekens kennen we?

Slide 2 - Mind map

Leestekens helpen je bij het juist lezen van de tekst. 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Welke drie leestekens schrijf je aan het eind van een zin?

Slide 5 - Open question

Zet leestekens op de juiste plaatsen in de zin:
ik heb mijn portemonnee mijn mobieltje sleutels en een laptop bij me

Slide 6 - Open question

Maak een zin met een vraagteken.

Slide 7 - Open question

Maak een zin met een uitroepteken.

Slide 8 - Open question

Dubbele punt en aanhalingstekens
Soms schrijf je in een tekst precies wat iemand zeg. Je gebruikt dan de direct rede. De zin begint dan altijd met een hoofdletter en staat tussen aanhalingstekens.

Esmee belde en zei: 'Ik kom iets later, want ik heb een lekke band.' 
In deze zin begint de direct rede na de dubbele punt.

'Ik haal je wel op', zei Tarik.
In deze zin eindigt de directe rede met een komma

Slide 9 - Slide

Opdracht 6 a:
Welke zinnen hebben een directe rede?
A
C en D
B
A en B
C
A en C
D
B en D

Slide 10 - Quiz

Maak twee zinnen met directe rede.

Slide 11 - Open question

Opdracht
Werk samen:
a. Zet de leestekens op de juiste plaatsen.
b. Onderstreep in de tekst de woorden die je met een hoofdletter moet schrijven.

Slide 12 - Slide

Huiswerk
Doe hetzelfde met de tekst op bladzijde 68, dit is huiswerk voor donderdag.

Slide 13 - Slide