This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
DOEL
HOOFDLETTERS EN LEESTEKENS
- je weet wanneer je hoofdletters gebruikt
- je kan punten , vraagtekens en uitroeptekens gebruiken
Slide 1 - Slide
Tekst
hallo allemaal welkom bij het onderdeel spelling hoofdletters en leestekens je leert wanneer je een hoofdletter moet plaatsen en wanneer je leestekens moet gebruiken zoals je ziet mist dit hele stuk hoofdletters en punten wat vind jij daarvan leest het makkelijk of leest het juist moeilijk leestekens en hoofdletters zijn er voor om teksten makkelijker te kunnen lezen dus hoe het hier staat is natuurlijk helemaal fout maar hoe moet het dan wel wanneer plaats je een hoofdletter
Slide 2 - Slide
Waarom is de tekst die je net gezien hebt fout?
Slide 3 - Mind map
Verschillen in betekenis
- Katten, spinnen, ijsberen, vissen, gieren, vliegen en honden slapen
- Katten spinnen, ijsberen vissen, gieren vliegen en honden slapen
Waardoor komt het verschil in betekenis?
Slide 4 - Slide
Waarom gebruiken we hoofdletters en leestekens?
Slide 5 - Mind map
HOOFDLETTERS EN LEESTEKENS
Maken een tekst duidelijker en beter te lezen.
De lezer kan de tekst zo ook veel beter begrijpen.
Slide 6 - Slide
HOOFDLETTERS
Bekijk het volgende filmpje!
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
LEESTEKENS
- punten
- vraagtekens
- uitroeptekens
- komma's
- dubbele punten
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
PUNT (1)
- Aan het einde van een zin
Vandaag heb ik een hockeywedstrijd.
Morgen ga ik logeren bij mijn vriendin.
Slide 11 - Slide
PUNT (2)
- Na of in sommige afkortingen
d.m.v. - m.a.w. - i.i.g.
dhr. - mevr. - mej.
max. - min. - nr.
Slide 12 - Slide
VRAAGTEKEN
- Na een vraag
Tot hoe laat ben jij vanmiddag op school?
'Neem jij mijn tas mee?' vroeg Martijn.
Slide 13 - Slide
UITROEPTEKEN (1)
- Om aan te geven dat iemand luid roept
'Ik ben beneden!' klonk het vanuit de kelder.
Slide 14 - Slide
UITROEPTEKEN (2)
- Om een bevel of waarschuwing aan te geven
Halt, of ik schiet!
Stop!
Kom hier!
Slide 15 - Slide
KOMMA
- Maakt een zin overzichtelijker
- Staat op de plaats waar je bij hardop lezen even een rust neemt
Slide 16 - Slide
KOMMA (1)
- Als pauzeteken in een zin
Onze hond eet erg veel, toch is hij niet dik.
Slide 17 - Slide
KOMMA (2)
- Tussen de delen van een opsomming
Ik hou van verschillende smaken ijs: chocolade, vanille, bosvruchten en cookie&caramel.
Slide 18 - Slide
KOMMA (3)
- Tussen twee persoonsvormen
Als je fietsband lek is, moet je ervoor zorgen dat het gemaakt wordt.
Samengestelde zin
Van twee zinnen is één zin gemaakt. Een zin heeft dan twee persoonsvormen (dit leer je in leerjaar 2).
Slide 19 - Slide
DUBBELE PUNT (1)
- Voor een opsomming
Je hebt nodig: een ei, een klontje boter en een snufje zout.
Slide 20 - Slide
DUBBELE PUNT (2)
- In plaats van want of immers (uitleg)
Ik ga niet mee naar de film: ik moet huiswerk maken.
Slide 21 - Slide
DUBBELE PUNT (3)
- Voor een aankondiging
Ik heb een nieuwtje: ik ga verhuizen naar Breda.
Na een dubbele punt
Na een dubbele punt gebruik je normaal NOOIT een hoofdletter.
Slide 22 - Slide
Schrijf over. Zet hoofdletters en leestekens waar dat moet.
morgen begint de kermis
Slide 23 - Open question
Schrijf over. Zet hoofdletters en leestekens waar dat moet. Levi wil je die bak met potloden aangeven
Slide 24 - Open question
Schrijf over. Zet hoofdletters en leestekens waar dat moet.
ik blijf vandaag thuis omdat ik schoolziek ben
Slide 25 - Open question
Schrijf over. Zet hoofdletters en leestekens waar dat moet.
mieke heeft veel dieren kippen schapen en honden
Slide 26 - Open question
Juist of onjuist: Lotte zei: 'Wat een leuke jongen'.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 27 - Quiz
Juist of onjuist: Mees riep: Kijk uit voor die fietser!
A
Juist
B
Onjuist
Slide 28 - Quiz
Juist of onjuist: nederlandse
A
Juist
B
Onjuist
Slide 29 - Quiz
Juist of onjuist: Mercedes
A
Juist
B
Onjuist
Slide 30 - Quiz
Juist of onjuist: Pieter Van Duinrade
A
Juist
B
Onjuist
Slide 31 - Quiz
Juist of onjuist: Janneke de Boer
A
Juist
B
Onjuist
Slide 32 - Quiz
GELEERD
HOOFDLETTERS EN LEESTEKENS
- je weet wanneer je hoofdletters gebruikt
- je kan punten , vraagtekens en uitroeptekens gebruiken