H1 voorzetselvoorwerp klas 2

Pak je leesboek en ga lekker lezen!

1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Pak je leesboek en ga lekker lezen!

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
H1 Grammatica zinsdelen:
-herhalen zinsdelen vorig jaar
-uitleg voorzetselvoorwerp
-opdrachten maken

Slide 2 - Slide

Doel

Na deze les weet je wat een voorzetselvoorwerp is en kun je een voorzetselvoorwerp herkennen in een zin.
Na deze les weet je het verschil tussen letterlijk en figuurlijk

Slide 3 - Slide

Hoofdstuk 1
- Woordenschat: vergelijking
- Grammatica: voorzetselvoorwerp / pers. en bez. voornaamwoord
- Spelling: leestekens/gebiedende wijs
Hoofdstuk 2
- Woordenschat: metafoor en personificatie
- Grammatica: naamw. gezegde / koppelwerkwoord / hulpwerkwoord
- Spelling: leenwoorden / Engelse werkwoorden

Periode 1 toets 1
P1T1
Hoe verder de komende periode?

Slide 4 - Slide

Studiewijzer
Vooruitwerken?
Kijk in de werkwijzer
Periode 1

Slide 5 - Slide

Wat weet je al over zinsdelen?

Slide 6 - Slide

De volgorde redekundig ontleden:
1. pv: werkwoord dat van tijd kan veranderen,
2. zinsdeelstrepen
3. wg: alle werkwoorden van de zin, soms te of een vz
OF ng (hs 2): alle werkwoorden + naamwoordelijk deel
4. o: wie / wat + gezegde    
5. lv: wie / wat +wg + o
6. mv: aan wie / voor wie + wg + o + lv 
     vzv (voorzetselvoorwerp): 
8. bwb: begint vaak met vz; zegt iets over waarom, waar, wanneer, hoe

7
De docent Nederlands geeft vandaag een les over het voorzetselvoorwerp aan klas twee.

Slide 7 - Slide

Wat is ook al weer een voorzetsel?
Wachten op de trein.

Letterlijk of figuurlijk?
Ezelsbruggetje
Figuurlijk = voorzetselvoorwerp (de eerste letters klinken hetzelfde)
Letterlijk = bijwoordelijke bepaling

Slide 8 - Slide

Een voorzetselvoorwerp (vzv):
  • is een zinsdeel dat meestal begint met een vast voorzetsel (houden van, wachten op,
    omgaan met, 
    verliefd op, enzovoort).
  • heeft een figuurlijke betekenis.
    Ik wacht op mijn vader.




Vaste verbinding met het gezegde!
Ezelsbruggetje
Figuurlijk = voorzetselvoorwerp - vast voorzetsel (de eerste letters klinken hetzelfde)
Letterlijk = bijwoordelijke bepaling

Slide 9 - Slide

Snap je het?

Slide 10 - Slide

Aan de slag!
Maak nu opdracht  1 en 2
Alleen en in stilte

Vragen? Steek je hand op en ik kom bij je langs.
Klaar? Ga verder met opdracht 3 en 4

Slide 11 - Slide

Samengevat:
Wat is een vzv?
Hoe vind je een vzv?

Volgende les:
Maken: Opdr. 1 t/m 4

Troep opruimen! Stoel aanschuiven!
Fijne lesdag en tot de volgende keer.

Slide 12 - Slide