les 1 t/m 6

1 / 18
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Jeudi 1er septembre
- Tu poses des questions et ......
   je me présente en français

- Tu as bien écouté????               + 


- Tu prépares ta présentation en français

Slide 2 - Slide

Exercice
In de volgende dia staan allemaal plaatjes die over mij gaan....

- In groepjes van 4 leerlingen
-  Bedenk bij elk plaatje een Franse vraag die erbij past
- Je krijgt 2 minuten gemiddeld per plaatje (dus totaal 16 minuten)
- En dan........vraag maar raak! 

Slide 3 - Slide

1-
2-
3-
5-
4-néerlandaise
6-
8-
7-
Jantine      Vlug
53 
Heerhugowaard

Slide 4 - Slide

faire la cuisine
danser avec 
mes amies
9-
faire du vélo
- aller au cinéma
- manger au  restaurant

Slide 5 - Slide

J'ai quel âge?
A
48
B
56
C
62
D
53

Slide 6 - Quiz

Quelle est ma nationalité? (antwoord in het Nederlands)

Slide 7 - Open question

J'ai combien d'enfants?
A
3 garçons
B
2 filles et un garçon
C
1 garçon et 2 filles
D
3 filles

Slide 8 - Quiz

Quel sport je fais?
A
du foot
B
de la boxe
C
de la natation
D
du jogging

Slide 9 - Quiz

Où je suis allée en vacances?
A
in Nederland
B
in Frankrijk
C
in België
D
in Spanje

Slide 10 - Quiz

C'est à toi!
Je gaat een eigen collage maken (digitaal of niet) over JEZELF en deze presenteren in het Frans!
-Je krijgt één les op school om een begin te maken (niet af = thuis afmaken)
-  Bekijk goed de eisen op de volgende Dia!!

Slide 11 - Slide

Ta présentation
  • Duurt maximaal 2 minuten
  • Is helemaal in het Frans
  • De uitspraak klopt (5 punten)
  • Is met een spiekbriefje met 5 Nederlandse steekwoorden (havo) 
  • Wordt ondersteund door een product (postertje) (2 punten)
  • Voldoet aan de inhoudelijke eisen (2 punten)
  • Is een presentatie (interactie, begroeting en afsluiting)

Slide 12 - Slide

Inhoudelijke eisen:
Je vertelt ......
  • Je voor- en achternaam
  • Je woonplaats + land
  • Je leeftijd
  • je familie
  • je nationaliteit
  • je sport/hobby

  • Over je vakantie:
  • Waar je geweest bent
  • Met wie
  • Hoe (vervoermiddel)
  • Hoe lang
  • Wat je hebt gedaan

Slide 13 - Slide

Op de volgende drie dia's vind je uitleg om je te helpen met je presentatie.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Je parle de mes vacances                                     



J'ai été en/au/aux/à.....France......

J'ai fait du/de la/ de l'..........ski nautique............

J'ai été à la /à l'/au .......plage....................

J'ai mangé un / une / des................glace............

Slide 16 - Slide

Parler de tes vacances
  • Begin je zin met "ik ben geweest" / "ik ben gegaan"
  • Zoek het land op in het Frans
  • Kijk of het land mannelijk (m = le), vrouwelijk (v = la) of meervoud (mv = les) is EN of het land begint met een klinker (l')
  • Bepaal nu welke voorzetsel voor het land komt in de zin: 
  • J'ai été / Je suis allé(e)
  • au (m)
  • en (v)
  • aux (mv)
  • à (stad / eiland)

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide