Dromer, doener, denker, beslisser
Dromer: Denkt eerst na over actie en komt dan in actie.
Doener: Gaat direct aan de slag, vaak ongeduldig en wil meerdere taken tegelijkertijd aanpakken.
Denker: Houdt van gestructureerde situaties met duidelijke doelen, zoals boeken en lessen.
Beslisser: Neemt initiatief en is goed in plannen en uitvoeren.