Filtreren lijkt op zeven.
In een zeef zitten gaatjes waardoor de kleine korreltjes zand gaan en de grote brokken schelpen en steentjes op de zeef blijven liggen.
In een filtreerpapiertje zitten ook (hele kleine) gaatjes. De kleine deeltjes gaan door het filtreerpapier. De grotere deeltjes blijven op het filtreerpapier liggen.
Bij filtreren maak je gebruik van het verschil in deeltjes grootte.