2.2 heterogene mengsels scheiden

Heterogene mengsels scheiden
1 / 24
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Heterogene mengsels scheiden

Slide 1 - Slide

Wat is een heterogeen mengsel?

Slide 2 - Open question

Scheiden van mengsels 

Slide 3 - Slide

Mengsels scheiden
Bij het scheiden van stoffen maak je altijd gebruik van een verschil in stofeigenschap tussen deze twee stoffen.
Bijvoorbeeld:
  • Verschil in kookpunt
  • Verschil in oplosbaarheid in bepaalde oplosmiddelen
  • Verschil in deeltjesgrootte
  • etc.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Bezinken

Slide 6 - Slide

Centrifugeren

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Filtreren/zeven
Scheiden door gebruik te maken van een verschil in deeltjesgrootte

Slide 9 - Slide

Kleine gaatjes: filter
Grote gaten: zeef

Slide 10 - Slide

Filtreren
Vaste stof scheiden van vloeistof 

Filter

Residu - blijft achter in filter
Filtraat - gaat door filter heen

Slide 11 - Slide

Bezinken en afschenken/centrifugeren
Scheiden door gebruik te maken van een verschil in dichtheid.

Slide 12 - Slide

Extraheren
Scheiden door gebruik te maken van een verschil in oplosbaarheid

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Op welk verschil berust extraheren?
A
Deeltjesgrootte
B
Aanhechtingsvermogen
C
Oplosbaarheid
D
Kookpunt

Slide 16 - Quiz

Van welke scheidingsmethode(n) maken we gebruik bij het zetten van koffie?
A
Indampen
B
Indampen & destilleren
C
Extraheren
D
Extraheren & filtreren

Slide 17 - Quiz

Een suspensie kan ik scheiden met behulp van ...
A
Destilleren
B
Adsorptie
C
Filtratie
D
Extraheren

Slide 18 - Quiz

Kun je een oplossing scheiden door filtreren?
A
ja
B
nee

Slide 19 - Quiz

Kun je een suspensie scheiden door bezinken?
A
ja
B
nee

Slide 20 - Quiz

Wat voor soort mengsel kunnen we scheiden met extraheren?
A
Kleurstoffen.
B
Vaste stoffen.
C
Suspensie.
D
Oplossing.

Slide 21 - Quiz

Hieronder zie je drie modellen van processen. Welk van de processen stelt scheiden voor?
A
B
C

Slide 22 - Quiz

Een zuivere stof kun je scheiden met een scheidingsmethode
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz

Aantekening + aan de slag!

Slide 24 - Slide