What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
NU Ned 1F 2F Deel B Formuleren H2.1 Als of dan?
H2 Fouten voorkomen 2.1 als of dan?
1 / 19
next
Slide 1:
Slide
This lesson contains
19 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
H2 Fouten voorkomen 2.1 als of dan?
Slide 1 - Slide
Leerdoel
Je leert de juiste vergelijkingen toe te passen met 'als' en 'dan'
Slide 2 - Slide
Vergelijkingen
Slide 3 - Slide
als en dan
Om het verschil te herkennen tussen 'als' en 'dan', moet je kennis hebben van de trappen van vergelijking.
Slide 4 - Slide
De trappen van vergelijking
De trappen van vergelijking kent 3 vormen. Elke trap heeft een eigen naam en een eigen vorm.
Daarnaast kijken we naar de mogelijkheden om 'als' en 'dan' in de vergelijking te maken.
Slide 5 - Slide
1 De stellende trap
Bij de stellende trap is er
nog geen sprake van een vergelijking
.
De vorm schrijf je onverbogen en zo kort mogelijk op.
- Tom is boos.
- Noor is dapper.
- Het zwembad is diep.
Slide 6 - Slide
(de stellende trap + als)
Wanneer je de vorm van de stellende trap gebruikt in een vergelijking is er geen verschil, maar
gelijkwaardigheid
.
- Tom is
even boos als
Els.
- Noor is
net zo dapper als
Amir.
- Het zwembad is
even diep als
het meer.
Slide 7 - Slide
2 De vergrotende trap
Achter deze vorm komt -er of -der (wanneer het woord op een -r eindigt).
- Tom is bozer.
- Noor is dapperder.
- Het zwembad is dieper.
Slide 8 - Slide
(de vergrotende trap + dan)
Wanneer je de vorm van de vergrotende trap gebruikt in een vergelijking is er altijd sprake van
een verschil
.
- Tom is
bozer dan
Els.
- Noor is
dapperder dan
Amir.
- Het zwembad is
dieper dan
het meer.
Slide 9 - Slide
3 De overtreffende trap
Achter deze vorm komt -st of -t (wanneer het woord als op een -s eindigt). Het gaat in combinatie met 'het'.
- Tom is het boost.
- Noor is het dapperst.
- Het zwembad is het diepst.
Slide 10 - Slide
dan ik en als mij
Nog 1 belangrijke regel om te onthouden:
Het is gebruikelijk 'dan ik' en 'als mij'
Slide 11 - Slide
even wat testjes ter verduidelijking
Ricardo kan
sneller
lopen
dan
ik
(kan). = ik is onderwerp
Hester vindt jou
aardiger
dan
(zij)
mij
(vindt). = mij is geen onderwerp.
Ricardo loopt
even snel
als
ik
(loop) = ik is onderwerp
Hester vindt jou
even aardig
als
(zij)
mij
(vindt) = mij is geen onderwerp
Slide 12 - Slide
Je gebruikt bij de trappen van vergelijking 'als'....
A
als iemand iets minder is dan een ander
B
als iemand iets meer is dan een ander
C
als iets/mensen gelijk zijn aan elkaar
Slide 13 - Quiz
Wil je nog extra oefenen met de trappen van vergelijking en 'als" en 'dan'?
A
Ja
B
Neutraal
C
Nee
Slide 14 - Quiz
Wil je meer oefenen?
Gebruik dan deze websites.
Slide 15 - Slide
www.cambiumned.nl
Slide 16 - Link
www.jufmelis.nl
Slide 17 - Link
www.jufmelis.nl
Slide 18 - Link
Leren voor het instellingsexamen
Je gebruikt de juiste vergelijkingen met 'als' en 'dan'
Slide 19 - Slide
More lessons like this
H4 NN 4-GT Taalverzorging 3 Formuleren Trappen van vergelijking
August 2021
- Lesson with
28 slides
Nederlands
Middelbare school
Nakijken + verwijswoorden
February 2024
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 1
Trappen van vergelijking hoofdstuk 4 klas 4M
September 2022
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Trappen van vergelijking hoofdstuk 5 Formuleren
March 2022
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Bijzondere trappen van vergelijking
June 2020
- Lesson with
16 slides
by
Numo
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
Numo
21 EBG - Trappen van vergelijking - verwerkingsopdrachten
March 2020
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Trappen van vergelijking hoofdstuk 4 klas 4M
December 2022
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Formuleren: trappen van vergelijking en als / dan
September 2017
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4