Basis:
Je kunt aangeven waar het gezichtszintuig ligt en op welke prikkel dit zintuig reageert.
Je kunt aangeven waar het gehoorzintuig ligt en op welke prikkel dit zintuig reageert.
Je kunt aangeven waar het evenwichtszintuig ligt en op welke prikkel dit zintuig reageert.
Kader:
Je kunt aangeven waar het gezichtszintuig, het gehoorzintuig en het evenwichtszintuig liggen en wat hun adequate prikkels zijn.
Je kunt aangeven waar de zintuigcellen in je huid, de reukzintuigcellen en de smaakzintuigcellen liggen, hoe ze werken en wat hun adequate prikkels zijn.