13.09.2022 - Personalpronomen

1 / 13
next
Slide 1: Slide
DuitsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Heutiges Programm
  • Heutiges Lernziel  ⏱ 1 Min.
  • Thema: Personalpronomen ⌚ 10 Min.
  • Üben ⏱ 10 Min.
  • Einstufungstest Taalblokken ⏱ 30 Min.
  • Der Abschluß ⌚ 2 Min.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lernziel
  • Je maakt kennis (of herhaalt) de persoonlijke naamwoorden in het Duits 

  • Minimumdoel: aan het einde van de les ken jij het rijtje van IDEWIS uit het hoofd

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Personal Pronomen 

ik 
jij 
hij/zij/het
wij
jullie 
zij/u 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Welches Wort ist ein Personalpronom?
A
Ein
B
Der
C
Ich
D
Mein

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Personalpronomen

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

IDEWIS
Ich
Du
Er/sie/es
Wir
Ihr
Sie
Sie (U)

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Pers. vnw. 1e naamval (het onderwerp)
  • Mein Sohn heißt Mert ->  ....... heißt Mert
  • Die Studenten haben Pause -> ....... haben Pause
  • Karin bestellt ein Glas Cola -> ....... bestellt ein Glas Cola
  • Die Speisekarte ist erneut worden ->
    ......... ist erneut worden
X
X

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Pers. vnw. 4e naamval (Lijdend voorwerp)
  • Wie/wat + gezegde + onderwerp
  • Beispiel: Ich habe dich nicht gesehen

  • Wo bist du jetzt? Ich kann ..... nicht sehen
  • Die Studenten sind frei. ........ gehen nach Hause
  • Deine Kollegin ist nicht da. Sollen wir ....... anrufen?
X
X

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Sleep het juiste Duitse persoonlijk voornaamwoord naar het Nederlandse persoonlijk voornaamwoord
ik
jij
hij
zij e.v.
wij
jullie
het
u
zij
ich
ihr
er
es
wir
du
sie e.v
Sie
sie

Slide 10 - Drag question

This item has no instructions

Wat wordt de vorm van het persoonlijk voornaamwoord in de 4e naamval? Sleep het juiste antwoord.
ich
du
es
wir
ihr
sie/Sie
er
sie
euch
mich
dich
es
uns
sie/Sie
ihn
sie

Slide 11 - Drag question

This item has no instructions

Jetzt an die Arbeit!
  • Macht die Aufgaben in Taalblokken:
    - Leerroutes -> Rechtschreibung & Grammatik -> A1 -> Woorden voor personen
    - Leerroutes -> Rechtschreibung & Grammatik -> A2 -> Woorden voor personen
  • Bist du fertig? Bitte sei leise!!

timer
10:00

Slide 12 - Slide

kaartjes met werkwoorden maken
Aufgabe A6b 
Einstufungstest A1
Jetzt macht ihr die Einstufungstest 'Rechtschreibung & Grammatik A1'.

- Sobald du eingelogt bist, bitte klicke auf 'Toetsen'
- Danach kannst du den Test aufstarten

VIEL ERFOLG! 💪🏼😁🤘🏼

Slide 13 - Slide

This item has no instructions