Theorie (hoofdletters en kleine letters)
Je gebruikt hoofdletters:
- aan het begin van een zin
Pas op! 's Avonds ben ik moe. 't Is echt saai. 25% van de leerlingen is lui.
- van
personen Murat, meneer Van Dam, mevrouw Van Dam-de Haas- van rivieren, streken en plaatsen IJssel, Zuid-Holland, Den Bosch
- van bevolkingsgroepen Romeinen, Duitsers
- van goede doelen, bedrijven en instellingen Rode Kruis, Rabobank, Artis
- van merken en titels Gazelle, Calvé, Spijt
- van feestdagen en heilige personen/zaken Valentijnsdag, Nieuwjaar, Boeddha, De Koran