This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 80 min
Items in this lesson
Duurzame energie en de infrastructuur
Aardrijkskunde
Les 2
Paragraaf de burg 2 en 3
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Leerdoelen
Je weet welke soorten duurzame energiebronnen er zijn en hoe ze werken.
Je begrijpt dat er ook aan duurzame energiebronnen voor- en nadelen zitten en kunt een mening vormen.
Je weet op welke manieren energie vervoerd kan worden.
Je begrijpt welke infrastructuur er nodig is voor het transport van energie.
Slide 3 - Slide
Duurzame energiebronnen
📌 Andere namen: hernieuwbare enegiebronnen, groene energie,
schone energie.
Voordelen:
raken nooit op
geen broeikasgassen
Nadelen:
productie is niet constant
bij piekmomenten niet genoeg voorraad
Windkracht
Waterkracht
Zonnewarmte
Aardwarmte
Biomassa
Slide 4 - Slide
Windenergie
Windmolenparken
meestal op land, vooral aan de kust
soms op zee = offshore windpark
Bij Egmond aan Zee is een offshore windpark
Bij Urk is een windmolenpark in het IJsselmeer
Nadeel windenergie ->
horizonvervuiling
lawaai
Slide 5 - Slide
Zonne-energie
zonnepaneel vangt energie op
zonnecollector verwarmt hiermee water
Nadeel =>
geeft alleen energie als de zon schijnt
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Waterkrachtenergie
energie door stromend water
energie door vallend water
door een stuw of dam te bouwen
energie door eb en vloed
Stuwdam
Alleen bij genoeg reliëf zinvol
Stromend water levert ook energie op
In Nederland bij de plaatsen Lith, Linne en Maurik staan centrales om deze energie op te vangen
Energie door het bewegende water bij eb en vloed. Deze vorm van energie wordt in Frankrijk gebruikt bij St Malo. De energie wordt omgezet in een getijdencentrale
Slide 8 - Slide
Aardwarmte: Geothermische energie
warmte uit warmtereservoirs diep in de bodem, bv bij vulkanen
de hoofdstad van IJsland, Reykjavik, wordt met aardwarmte verwarmd
Slide 9 - Slide
www.volkskrant.nl
Slide 10 - Link
Biomassa
belangrijkste energiebron in Nederland -> goedkoop
de helft van de groene energie in NL komt van biomassa
planten- en dierenresten
bv hout, groente/tuinafval, mest
er komt geen extra CO2 in de lucht
=> door verbranding in electriciteitscentrale wordt energie opgewekt
=> stadsverwarming
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Transport / infrastructuur
Energie is niet op de plek waar je het nodig hebt,
Daarom is transport nodig,
Havens > raffinaderijen of electriciteitscentralers
Vervolg transport > schepen, tankwagens, pijpleidingen
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
Transport van elektriciteit
> Elektriciteit opwekken in
thermische centrales
> Kolen, gas, biomassa
> Water -> stoom ->
turbine > elektriciteit
> Hoogspanningskabel
Slide 16 - Slide
Waterkrachtcentrale
Thermische centrale
Getijdencentrale
Geothermische centrale
Eb en vloed
Aardwarmte
Stromend water
Verbranden
Slide 17 - Drag question
INFRASTRUCTUUR EN ENERGIE Kies de juiste stelling
A
Vliegvelden zijn belangrijke knooppunten voor energie
B
Tankschepen vervoeren stroom en gas
C
In havens slaan ze olie en gas op en maken ze het gebruiksklaar
D
Gas is binnen 2 dagen van Rusland naar Nederland
Slide 18 - Quiz
DUURZAME ENERGIE Kies de juiste stelling
A
Duurzame energie raakt ook wel eens op
B
Duurzame energie wordt het meest gebruikt
C
Duurzame energie wordt niet veel gebruikt omdat het te duur is
D
Geothermische centrales wekken stroom op door wind
Slide 19 - Quiz
Duurzame energie noemen we ook wel...
A
Rode energie
B
Gele energie
C
Blauwe energie
D
Groene energie
Slide 20 - Quiz
Wat zijn vormen van duurzame energie
A
Zonne energie
B
Wind energie
C
Energie uit biomassa
D
Energie uit fossiele brandstoffen
Slide 21 - Quiz
Wat is duurzame energie?
A
Energie die erg duur is
B
Energie die hernieuwbaar is
Slide 22 - Quiz
Welke duurzame energiebron zie je hier?
A
Kernenergie
B
Waterkracht
C
Zonne-energie
D
Windenergie
Slide 23 - Quiz
Hieronder staan vier energiebronnen die in Nederland worden gebruikt. Zet ze in de volgorde van de energiebron die het meest wordt gebruikt tot de energiebron die het minst wordt gebruikt.
1
2
3
4
Biomassa
Fossiele energie
Windenergie
Zonne-energie
Slide 24 - Drag question
Koppel het juiste nadeel aan de juiste energiebron.