Les 6 - Herhaling Puber + Adolescent

Programma 
  • Lesdoelen 
  • Stellingen (opdracht) 
  • Ontwikkeling adolescent 
  • Opdracht volwassene

En natuurlijk ook nog pauze :) 
1 / 22
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 22 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Programma 
  • Lesdoelen 
  • Stellingen (opdracht) 
  • Ontwikkeling adolescent 
  • Opdracht volwassene

En natuurlijk ook nog pauze :) 

Slide 1 - Slide

Lesdoelen 
  • Je kunt de begrippen die je tot nu toe hebt
      geleerd uitleggen 
  • Je kunt uitleggen hoe de ontwikkeling van
      een puber verloopt 
  • Je kunt uitleggen hoe de ontwikkeling van
      een adolescent verloopt 

Slide 2 - Slide

Rood of groen? 
Korte terugblik: stellingen! 
  • Is de stelling juist? Dan ga je staan
  • Is de stelling onjuist? Dan blijf je zitten

Slide 3 - Slide

Stellingen 
  1. De puberteit loopt van 12 tot 22 jaar. 
  2. Voor een kleuter zijn fantasie en werkelijkheid even waar. 
  3. Bij een schoolkind maakt het fantasiedenken plaats voor realiteitsdenken. 
  4. Schoolkinderen zijn prestatiegericht.
  5. Voor een schoolkind is de ouder de enige identificatiefiguur.
  6. Kleuters spelen vooral door middel van parallel spel.


     

Slide 4 - Slide

Adolescentie 
  • De adolescent is de jongere in de levensfase van 17 tot ongeveer 22
     à 25 jaar. 
  • Een adolescent is een jong-
      volwassene. 
  • Deze ontwikkelingsfase noem je
      de adolescentie.

Slide 5 - Slide

Cognitief (denkvermogen) 
  • Een adolescent laat het kritisch denken los en gaat genuanceerd denken.
  • Een adolescent bekijkt de dingen steeds genuanceerder. 
  • Ook ontwikkelt hij eigen ideeën en eigen standpunten en een eigen visie
      op het gebied van geloof, politiek, economie en milieu.

Slide 6 - Slide

Sociaal (persoonlijkheid)
  • Mensenkennis en inlevingsvermogen nemen toe. 
  • Realisatie dat gewoonten, regels en waarden en normen samenhangen met verschillen tussen mensen en verschillen in opvoeding en levensomstandigheden. 

Slide 7 - Slide

  • Adolescenten zijn vaak
     idealistisch
  • Hun idealisme is eigenlijk
      erg logisch: ze hebben nog
      een heel leven voor zich.


Slide 8 - Slide

Identiteit 
  • Een puber wil in de peergroup vooral niet opvallen: hij conformeert zich. 
  • Adolescent wil niet opgaan in de groep en nog minder in de  massa.
  • Adolescenten krijgen  een betere band met de ouders. Het ‘samenwerken’ komt voorop te staan.
  • Eigen identiteit steeds duidelijker. Beroepskeuze, studie
      of partnerkeuze.

Slide 9 - Slide

Seksualiteit 
  • 18,6 jaar 1e keer gemeenschap
  • Vrijer om met seksualiteit (uitgaan) 
  • Gebruik van alcohol en softdrugs (kan
      versterken) 
  • Weten nog niet alles over seksualiteit
      (soa's, zwangerschap etc) 

Slide 10 - Slide

Emoties 
  • Emoties beter onder controle
      (hersenen) 
  • Meer zekerheid over eigen
      identiteit (houvast) 
  • Kan impulsen beter beheersen 


Slide 11 - Slide

Volwassene en oudere 
  • Jongvolwassenheid (25 -40) 
  • Midden volwassenheid (40 -55)
  • Oudere volwassenheid (55 - 67)  

Jongere ouderen ook wel jongbejaarden of actieve ouderdom (67 - 80). Vanaf 80 jaar hoogbejaard of intensieve ouderdom. 

Slide 12 - Slide

Levensloop psychologie 
  • Ieder zijn leven verloopt anders. Wat gebeurd in iemands leven heeft
     invloed op zijn ontwikkeling. 
  • De wetenschap die zich daarmee bezighoudt heet de levensloop
      psychologie. 
  • Gemeenschappelijk verleden (generaties). Hebben dezelfde
      ontwikkelingen meegemaakt (bijv. oorlog). 
  • Dit kan gedrag bepalen (bijv. geen eten weggooien).
(video - generaties) 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Volwassenheid 

  • Kinderen krijgen en opvoeden 
  • Werken
  • Relatie met partner 
  • Relatie (verlies) ouders 



Sociale, emotionele en persoonlijkheidsontwikkeling. 
Ouderen

  • Relatie met partner
  • Pensioen en vrijwilligerswerk 
  • Relatie met volwassen kinderen 
  • Verlies van naasten

Slide 15 - Slide

Levensevaluatie
  • Besef dat leven eindig is 
  • Twijfels over gemaakte keuzes 
  • Evalueren eigen leven

  • Rond het 40e jaar. Midlifecrisis. 
  • Lege nest syndroom.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Cognitief 
  • Levenswijsheid (wijsheid die iemand heeft opgedaan door ervaringen of gebeurtenissen in zijn leven). 
  • Innerlijke stem (positief / negatief - komt voor uit eigen
      opvoeding).  

Slide 18 - Slide

Lichamelijk 
  • Periode van achteruitgang (vanaf 20 jaar - veroudering lichaamscellen)
  • Verandering uiterlijk (grijs, rimpels, slappere huid)
  • Zintuigen gaan achteruit (ogen, oren)
  • Motorisch (stijver, langzamere bewegingen)  

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Na de vakantie
Problemen in de ontwikkeling
Herhaling ontwikkelingspsychologie

Slide 21 - Slide

Wat leer je alvast voor de toets:
Hoofdstuk 2.3 t/m 2.7 (methodiek: de mens en zijn ontwikkeling)
Maak een samenvatting, woordweb, mindmap, schema of iets anders dat voor jou werkt

Slide 22 - Slide