What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
H3 Wie is de baas? Toetsvoorbereiding
Leerdoelen
Na afloop van deze les weet ik
:
Welke grafiek ik kan gebruiken en hoe ik deze moet 'lezen' (lijndiagram, circeldiagram, staafdiagram)
Hoe ik het nettoloon moet berekenen
Hoe ik met een percentage een getal uitreken
Hoe ik een uurloon moet berekenen met gegeven informatie
Hoe ik met een getal een percentage bereken
1 / 32
next
Slide 1:
Slide
Economie
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2
This lesson contains
32 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Leerdoelen
Na afloop van deze les weet ik
:
Welke grafiek ik kan gebruiken en hoe ik deze moet 'lezen' (lijndiagram, circeldiagram, staafdiagram)
Hoe ik het nettoloon moet berekenen
Hoe ik met een percentage een getal uitreken
Hoe ik een uurloon moet berekenen met gegeven informatie
Hoe ik met een getal een percentage bereken
Slide 1 - Slide
Wat is een vacature?
A
Iemand die een baan zoekt
B
Iemand die een baan heeft
C
Een baan waar iemand aan het werk is
D
Een baan waarvoor iemand wordt gezocht
Slide 2 - Quiz
Wat is arbeidsverdeling?
A
Elke werknemer doet evenveel werk.
B
Elke werknemer doet een werk waar hij/zij goed in is.
C
Elke werknemer werkt evenveel uren.
D
Alle werknemers zijn goed in alles wat zij moeten doen.
Slide 3 - Quiz
Wat is de arbeidsmarkt?
A
Alleen banen die er zijn bij bedrijven
B
Alleen mensen die werken of die werk zoeken
C
Alle banen die er zijn bij bedrijven en alle mensen die werken of die werk zoeken
D
Dat is een plek waar je naar toe gaat als je een baan zoekt.
Slide 4 - Quiz
Wat is het tegenovergestelde van een voltijdbaan
A
arbeidsmarkt
B
deeltijdbaan
C
leidinggevend werk
D
werkgever
Slide 5 - Quiz
Wat is een voorbeeld van ongeschoold werk?
A
Automonteur
B
Kapper
C
Vakkenvuller
D
Docent
Slide 6 - Quiz
Hoe werkt het?
1. Vacature
2. Solliciteren
3. Aangenomen
4. Afspraken vastleggen en ondertekenen
Slide 7 - Slide
Technologische ontwikkeling is:
A
producten worden kleiner
B
producten worden sneller
C
producten worden beter
D
A,B,C zijn alle drie goed
Slide 8 - Quiz
Werkgever:
de "baas"
heeft één of meerdere personen in dienst, die hij loon betaalt
verdient geld door winst te maken
Werknemer:
je doet betaald werk in dienst van een "baas"/werkgever
Slide 9 - Slide
Hoe werkt het?
1. Vacature
Slide 10 - Slide
Hoe werkt het?
1. Vacature
2. Solliciteren
3.
Slide 11 - Slide
Hoe werkt het?
1. Vacature
2. Solliciteren
3. Aangenomen
4. Afspraken vastleggen en ondertekenen
Arbeidsovereenkomst:
Arbeidsvoorwaarden -> hoeveel uur werk je, wat is je loon, aantal vakantiedagen, proeftijd
Slide 12 - Slide
Hoe werkt het?
1. Vacature
2. Solliciteren
3. Aangenomen
Slide 13 - Slide
Proeftijd
Bevalt het de werkgever en -nemer
Beiden mogen direct de arbeidsovereenkomst beëindigen
Maximaal 2 maand
Slide 14 - Slide
Soorten banen
Tijdelijke baan:
voor een bepaalde tijd
tot afgesproken einddatum
Vaste baan:
voor on-bepaalde tijd
er is geen einddatum
Flexibele baan:
je werkt wanneer je nodig bent
oproepkracht uitzendbureau
Slide 15 - Slide
Een werknemer is
A
iemand die in loondienst werkt
B
iemand die zelfstandig werkt
C
iemand die de salarissen betaalt
D
een baas van mensen die werken
Slide 16 - Quiz
Het document waar alle afspraken tussen de werknemer en werkgever in staat
A
Sollicitatiebrief
B
Vacature
C
ARBO-wet
D
Arbeidsovereenkomst
Slide 17 - Quiz
Wat staat er in een arbeidsovereenkomst?
A
Hoeveel uren je werkt
B
Het loon dat je verdient
C
Hoelang de proeftijd is
D
Al deze antwoorden
Slide 18 - Quiz
CAO
Collectieve Arbeidsovereenkomst
Afspraken die voor
alle
werkgevers en werknemers binnen een
bedrijfstak
gelden.
Een bedrijfstak is een verzameling van gelijksoortige bedrijven (bv. zorg).
Werktijden, loon, vakantiedagen
Slide 19 - Slide
Wat is de afkorting van CAO?
A
Centrale Arbeidsovereenkomst
B
Collectieve Arbeidsonderneming
C
Centrale Arbeidsonderneming
D
Collectieve Arbeidsovereenkomst
Slide 20 - Quiz
Waar bestaat een cao uit?
A
Een afkorting voor 'Centraal Arbeids Orgaan'.
B
Afspraken over arbeidsvoorwaarden tussen werkgevers en werknemers.
C
Een vakbond voor werkgevers.
D
Een verplichte verzekering voor werknemers.
Slide 21 - Quiz
3.3 Hoe is het geregeld?
Brutoloon
Brutoloon is je
uurloon X het aantal gewerkte uren
bijv. je verdient 13,78 per uur
je hebt 64 uren gewerkt
dan is je brutoloon: 13,78 x 64 = 881,92
Slide 22 - Slide
Wat is de arbowet?
A
Wet met regels voor werk- en rusttijden.
B
Wet met regels voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden.
C
Tijd tussen het moment waarop je ontslag neemt of krijgt en de einddatum van je baan.
D
Het juiste antwoord staat er NIET bij
Slide 23 - Quiz
Waarvoor staat de afkorting ARBO-wet?
A
Arbeid Rond Betere Omstandigheden Wet
B
Arbeid Bijzondere Omstandigheden Wet
C
Arbeids Omstandigheden Wet
D
Arbeid Rijke Bewuste Ouderen Wet
Slide 24 - Quiz
Wanneer ben je werkloos?
A
als je actief op zoek bent naar werk
B
als je geen betaald werk hebt
C
als je tussen 15 en pensioen leeftijd bent
D
A,B,C zijn alle drie goed
Slide 25 - Quiz
Wat doet het UWV?
A
kijkt of je recht hebt op een WW-uitkering
B
helpt bij het vinden van een nieuwe baan
C
A en B zijn beide goed
Slide 26 - Quiz
Wat zijn de regels bij een proeftijd?
Tijdens de proeftijd ....
A
mag de werknemer op elk moment opzeggen
B
mag de werkgever op elk moment opzeggen
C
mag een proefperiode niet langer duren dan 2 maanden
D
A,B,C zijn alle drie goed
Slide 27 - Quiz
Je hebt recht op een WW-uitkering als je beschikbaar bent voor werk en .....
A
je voor je werkloosheid een eigen bedrijf had
B
je ontslagen bent en voldoet en voldoet aan de wekeneis
C
je zelf ontslag hebt genomen
Slide 28 - Quiz
Lijndiagram
Een
lijndiagram
laat een stijging of daling zien in de loop van tijd. Zo zie je in één oogopslag het verloop van de veranderingen
Slide 29 - Slide
Maakwerk
Maak de herhalingsopdrachten
die horen bij Hoofdstuk 3.
Klaar? Vraag het antwoorden blad.
Klaar?
Maak alle extra
rekenopgaven (groen pagina's)
Vinger opsteken bij vragen!
timer
1:00
Slide 30 - Slide
Huiswerk
Leer Pincode 3.1 tot/met 3.4 voor de oefentoets van donderdag.
Slide 31 - Slide
Blijf zitten totdat de bel gaat!
Jullie mogen opruimen.
Slide 32 - Slide
More lessons like this
H3 - 3.2. Wie is de baas? (deel 1) 2a
February 2024
- Lesson with
19 slides
Economie
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2
H3 - 3.2. Wie is de baas? (deel 1)
October 2023
- Lesson with
23 slides
Economie
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2
H3 - 3.2. Wie is de baas? (deel 1) 2a
December 2023
- Lesson with
27 slides
Economie
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2
H3 - 3.2. Wie is de baas? (deel 1)
December 2022
- Lesson with
21 slides
Economie
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2
H3 - 3.2. Wie is de baas? (deel 1) 2a
February 2024
- Lesson with
30 slides
Economie
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2
3.2 wie is de baas? mavo2
December 2020
- Lesson with
10 slides
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
H3 - 3.2. Wie is de baas?
January 2024
- Lesson with
16 slides
Economie
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2
H3 - 3.2. Wie is de baas?
October 2023
- Lesson with
19 slides
Economie
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2