woordenschat 1 - werken in de horeca

1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slide and 4 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

Welke beroepen horen bij
de HORECA branche

Slide 4 - Mind map

Wat zeg je als je wilt betalen?

Slide 5 - Open question

Wat is GEEN voorgerecht?
A
stokbrood met kruidenboter
B
soep
C
garnalencocktail
D
patat/groente/kip

Slide 6 - Quiz

Wat is een ander woord voor nagerecht?
A
toetje
B
dessert
C
voorgerecht
D
menu

Slide 7 - Quiz

Kookwekker
Kaasschaaf
maatbeker
Weegschaal
Handmixer
Keukenmachine
Koffiezetapparaat

Slide 8 - Drag question

Het woord HORECA is een afkorting van....... welke 3 woorden

Slide 9 - Open question

In de horeca is hygiënisch werken erg belangrijk omdat....
A
je vaak met dranken en voedsel werkt
B
je het je gasten graag naar het zin maakt
C
je tijdens je werk vaak aan veel dingen tegelijk moet denken
D
andere mensen vrij zijn

Slide 10 - Quiz

Servies 
bestek
Koksmes
Pollepel
Garde
Opscheplepel

Slide 11 - Drag question

In de horeca moet je goed om kunnen gaan met werkdruk, omdat.....
A
je vaak met dranken en voedsel werkt
B
je het je gasten graag naar het zin maakt
C
je tijdens je werk vaak aan veel dingen tegelijk moet denken
D
andere mensen vrij zijn

Slide 12 - Quiz

Spatel
Snijplank
Dunschiller 
Springvorm
Ovenschaal
Koekenpan

Slide 13 - Drag question

Klantgericht werken betekent........
A
je vaak met dranken en voedsel werkt
B
het je gasten graag naar het zin maken
C
je tijdens je werk vaak aan veel dingen tegelijk moet denken
D
andere mensen vrij zijn

Slide 14 - Quiz

Welk woord moet op de ......puntjes
"Met een ........ meet je de juiste hoeveelheid water voor de soep af."
A
Dunschiller
B
koksmes
C
Maatbeker
D
Weegschaal

Slide 15 - Quiz

Welke 3 woorden horen bij "tafel dekken"
snijplank - glas - bestek - keukenmachine - dunschiller - handmixer - koksmes - servies

Slide 16 - Open question

Slide 17 - Video

Wat is fooi?
A
extraatje voor de ober
B
iets te drinken
C
iets te eten
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Video

Het lijkt mij leuk om later in de Horeca branche te werken?
Ja
Nee

Slide 20 - Poll