This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
Reageer op de volgende vragen over:
"Ik ken de dagdelen en dagelijkse activiteiten"
Slide 1 - Slide
¿Qué significa "por la tarde"?
A
in de avond
B
in de ochtend
C
in de middag
D
in de nacht
Slide 2 - Quiz
¿Qué significa "desayunar"?
A
ontbijten
B
avondeten
C
uitgaan met vrienden
D
zich douchen
Slide 3 - Quiz
¿Qué significa "despertarse"?
A
naar bed gaan
B
wakker worden
C
afspreken met
D
zich aankleden
Slide 4 - Quiz
¿Qué significa "hacer la cama"?
A
zich aankleden
B
huiswerk maken
C
dineren
D
bed opmaken
Slide 5 - Quiz
Vertaal naar het Nederlands: el domingo
Slide 6 - Open question
Vertaal naar het Nederlands: vestirse
Slide 7 - Open question
Vertaal naar het Nederlands: ¿ Con quién?
Slide 8 - Open question
Vertaal naar het Nederlands: La cena
Slide 9 - Open question
Vertaal naar het Spaans: willen, houden van
Slide 10 - Open question
Vertaal naar het Spaans: dienen
Slide 11 - Open question
Vertaal naar het Spaans: woensdag
Slide 12 - Open question
Vertaal naar het Spaans: gisteren
Slide 13 - Open question
Vertaal naar het Spaans: elke dag
Slide 14 - Open question
Reageer op de volgende vragen over:
"Ik ken de klok"
Slide 15 - Slide
¿Qué hora es? 8:15
Schrijf getallen voluit!
Slide 16 - Open question
¿Qué hora es? 6:20
Schrijf getallen voluit!
Slide 17 - Open question
¿Qué hora es? 21:30
Schrijf getallen voluit!
Slide 18 - Open question
¿Qué hora es? 12:50
Schrijf getallen voluit!
Slide 19 - Open question
¿Qué hora es? 15:35
Schrijf getallen voluit!
Slide 20 - Open question
Vertaal de volgende zin: Ik dineer om half 7 in de avond.
Slide 21 - Open question
Vertaal de volgende zin: Paola spreekt af met vrienden om 2 uur in de middag.
Slide 22 - Open question
Reageer op de vraag met een hele zin: ¿A qué hora comes por las tardes?
Slide 23 - Open question
Reageer op de volgende vragen over:
"De werkwoorden met een klinkerwisseling e-i, e-ie, o-ue"
Slide 24 - Slide
Vertaal het werkwoord tussen haakjes naar het Spaans en zet het in de juiste vorm: Yo y Nélida ____(kunnen) estudiar bien.
Slide 25 - Open question
Vertaal het werkwoord tussen haakjes naar het Spaans en zet het in de juiste vorm: El restaurante _____(sluiten) a las once de la noche.
Slide 26 - Open question
Vertaal het werkwoord tussen haakjes naar het Spaans en zet het in de juiste vorm: Juan_______(terugkomen) a casa a las cuatro de la tarde.
Slide 27 - Open question
Vertaal het werkwoord tussen haakjes naar het Spaans en zet het in de juiste vorm: Yo siempre _________(lachen) con él.
Slide 28 - Open question
Vertaal het werkwoord tussen haakjes naar het Spaans en zet het in de juiste vorm: Ahora yo _______(begrijpen) la hora en español.
Slide 29 - Open question
Vertaal het werkwoord tussen haakjes naar het Spaans en zet het in de juiste vorm: Yo .......................... (naar bed gaan) a las diez de la noche.
Slide 30 - Open question
Vertaal het werkwoord tussen haakjes naar het Spaans en zet het in de juiste vorm: Todos los días ________ (slapen)en mi cama.
Slide 31 - Open question
Vertaal de volgende zinnen over:
"De wederkerende werkwoorden"
Slide 32 - Slide
Vertaal naar het Spaans:
Ik word wakker om kwart over 6 in de ochtend.
Slide 33 - Open question
Vertaal naar het Spaans:
Nélida doucht om half 8 in de ochtend.
Slide 34 - Open question
Vertaal naar het Spaans:
Wij gaan naar bed om 11 uur in de avond.
Slide 35 - Open question
Vertaal naar het Spaans:
In de ochtend kleed jij je aan.
Slide 36 - Open question
Vertaal de volgende zinnen:
Slide 37 - Slide
Vertaal naar het Nederlands:
Pasado mañana vienes con mis amigos .
Slide 38 - Open question
Vertaal naar het Nederlands:
¿Vamos de tienda esta noche?
Slide 39 - Open question
Vertaal naar het Nederlands: El fin de semana me despierto a las once de la mañana